OM vindt geen aanwijzingen dat geweldsaanwending militairen in Afghanistan onrechtmatig was
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft onderzoek gedaan naar een geweldsaanwending door Nederlandse militairen medio 2007 in Afghanistan. Dit onderzoek volgde op een publicatie in Trouw, eind 2020, over mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van de geweldsaanwending. Het onderzoek heeft niet uitgewezen dat de geweldsaanwending onrechtmatig geweest is.
Op 23 december 2020 publiceerde Trouw een verhaal waarin een Nederlandse veteraan vertelde dat hij tijdens een missie in 2007 vanaf een Patria op quala’s (huizen) heeft geschoten en dat daarbij mogelijk burgerslachtoffers zouden zijn gevallen. De veteraan is naar aanleiding daarvan door het ministerie van Defensie uitgenodigd voor een gesprek.
Het OM besloot om tot een feitenonderzoek over te gaan. Op enig moment is het feitenonderzoek overgegaan in een opsporingsonderzoek, waarin de veteraan als verdachte is aangemerkt. Tijdens het onderzoek, dat is uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee, zijn er getuigen gehoord, is er informatie over de missie opgevraagd bij het ministerie van Defensie, zijn er gegevensdragers in beslag genomen en openbare bronnen geraadpleegd. Daarnaast zijn er bijzondere opsporingsmethoden ingezet.
Op basis hiervan is de conclusie dat het incident dat de militair beschrijft, naar alle waarschijnlijkheid betrekking heeft op een geweldsaanwending op 1 juli 2007 in de omgeving Niasi (Chora vallei) in de provincie Uruzgan te Afghanistan. Bij deze inzet is op twee quala’s geschoten. Daarbij is gebruik gemaakt van een mitrailleur .50 en mortiervuur. Hierbij zijn mogelijk personen gedood en gewond geraakt.
Er is tijdens het onderzoek geen ondersteuning gevonden van het verhaal van de veteraan dat er op burgers geschoten zou zijn. Er is niet vastgesteld dat de geweldsaanwijzing onrechtmatig was. Het onderzoek wordt daarom beëindigd met een sepot.
Hoewel het onderzoek, mede door het lange tijdsverloop, niet op alle punten uitsluitsel heeft gegeven, is het OM van mening dat er voldoende basis is om tot deze sepotbeslissing te komen.
De betrokken veteraan en de overige militairen die bij de inzet betrokken waren, zijn hiervan persoonlijk op de hoogte gesteld.