OM eist in hoger beroep tot 20 jaar cel tegen Arnhemse terreurverdachten
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen van twintig, dertien en acht jaar geëist tegen drie mannen. Zij worden, grof gezegd, verdacht van het in 2018 voorbereiden van een grote terroristische aanslag op willekeurige burgers en politie in Nederland. De aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), vindt dat zij hebben deelgenomen aan een terroristische organisatie. Ook hebben zij een training gevolgd met het oog op het plegen van een terroristisch misdrijf.
Onherroepelijk
In deze zaak stonden eerder nog drie mannen terecht, waaronder de hoofdverdachte. Hij werd op 8 oktober 2020 door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeventien jaar. Deze man zette uiteindelijk, net als twee andere verdachten, zijn hoger beroep niet door. Daardoor is het vonnis van de rechtbank onherroepelijk geworden.
Tegen de drie verdachten die nu terecht staan eiste het OM voor de rechtbank gevangenisstraffen van acht tot twintig jaar. De rechters legden in 2020 straffen op van tien jaar cel voor een 23-jarige man en twee keer dertien jaar gevangenis voor de andere twee verdachten (24 en 25 jaar). De twee laatstgenoemden kregen een hogere straf vanwege de grotere rol die zij speelden in de voorbereiding op de geplande aanslagen.
Gruweldaden Islamitische Staat
De AG zegt in zijn betoog dat in deze tijd van oorlog in Europa wellicht de neiging bestaat de gruweldaden van Islamitische Staat en haar volgelingen te vergeten of zelfs te bagatelliseren: “Maar de zaak die hier voorligt is zonder twijfel de meest serieuze en ernstige zaak die de laatste jaren is voorgelegd in hoger beroep.” De verdachten waren volgens het OM dan ook van plan met een voertuig een bomaanslag te plegen en ergens anders een festival binnen te dringen. Daarbij moest dan in het wilde weg geschoten worden. Ook zouden de verdachten daarbij handgranaten en bomvesten gebruiken.
Poging moord
In de zaak tegen de 24-jarige verdachte, waartegen de AG twintig jaar cel eiste, is het OM in hoger beroep gegaan tegen een (deel)vrijspraak. Het OM is het op dat punt oneens met de rechtbank. Het vindt dat er wel sprake is van een poging moord. De verdachte heeft volgens de AG met een (onklaar gemaakt) geweer drie keer doorgeladen en gericht willen schieten op een agent. “Dat er niet een of meerdere politiemensen zijn omgekomen bij zijn aanhouding heeft niets te maken met zijn intenties of handelingen, maar alles met het feit dat het aan hem geleverde vuurwapen op voorhand onklaar gemaakt was.”
De drie verdachten zijn uitgebreid onderzocht door het Pieter Baan Centrum. Ook heeft de reclassering een rapport opgemaakt. Onder meer na lezing van de rapporten vreest de AG dat er een grote kans is op herhaling van extremistisch geweld. Ook ziet hij een forse mate van radicalisering. Langdurige gevangenisstraffen zijn daarom op hun plaats.
Het is nog niet bekend wanneer het gerechtshof Den Haag, dat voor deze zaak zitting houdt in de beveiligde rechtbank in Rotterdam, uitspraak doet.