OM eist in hoger beroep twaalf jaar cel tegen Drents kopstuk No Surrender
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van twaalf jaar geëist tegen een 57-jarige man uit Emmen. Hij wordt verdacht van het tussen 2014 en 2017 afpersen van mensen, het houden van bad standings en/of valsheid in geschrift. Ook vindt het OM dat hij leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie. In deze zaak is dat de inmiddels verboden motorclub No Surrender.
Naast de hoofdverdachte staan voor het gerechtshof in Leeuwarden nog drie mannen terecht. Het OM verdenkt een 45-jarige man uit Zeeuws-Vlaanderen en een 54-jarige man uit Bergen op Zoom van het, net als de hoofdverdachte, leiding geven aan een criminele organisatie. Zij hoorden straffen van respectievelijk vier en 2,5 jaar tegen zich eisen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat er tegen de man uit Bergen op Zoom ook nog een strafzaak loopt voor het gerechtshof in Den Bosch.
De vierde verdachte is een 63-jarige uit Houten afkomstige man. Hem wordt verweten betrokken te zijn geweest bij het afpersen van mensen en het plegen van valsheid in geschrift. Hij was geen lid van de organisatie. Het OM eist tegen hem een gevangenisstraf van drie jaar.
Drugshandel en geweld
De aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), zegt dat de verdachten zich via de organisatie bezig hielden met ernstige strafbare feiten. “Het gaat hier om drugshandel en het plegen van geweld. Ook is alles gedaan om die feiten niet opgespoord te krijgen. Het onder de radar van justitie blijven werd gestimuleerd, gefaciliteerd en beloond. Daardoor werd de bestraffing door de overheid bemoeilijkt. Dat kan niet worden getolereerd.”
Bad standings
Het gewelddadige karakter van de organisatie blijkt met name uit het organiseren van bad standings. Dat is een bijeenkomst waarbij een lid de club verlaat. Het lid levert dan zijn hesje in. Ook moet hij geld betalen. Daarbij wordt volgens het OM regelmatig ernstig geweld toegepast. “Uit de stukken blijkt dat deze bad standings er waren om inkomsten te genereren voor met name de leiders van de club. Het inzetten van geweld bleek een verdienmodel”, aldus de AG. “Met het geld werden onder meer PGP-telefoons gekocht. Daarmee probeerden de verdachten onzichtbaar te blijven voor justitie.”
“Uit de stukken blijkt dat deze bad standings er waren om inkomsten te genereren voor met name de leiders van de club. Het inzetten van geweld bleek een verdienmodel.”
Hoger beroep
De rechtbank in Groningen heeft op 13 november 2020 de hoofdverdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar. Vier jaar gevangenisstraf legden de rechters op aan de 45-jarige medeverdachte. De 63-jarige medeverdachte kreeg een celstraf van twee jaar opgelegd. De man uit Bergen op Zoom werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden. De vier verdachten zijn in hoger beroep gegaan.
In het hoger beroep zijn zo’n tien getuigen gehoord. Ook zijn onder meer afgeluisterde – in het Duits gevoerde - gesprekken toegevoegd aan het strafdossier. Dit leidt volgens de AG in grote lijnen niet tot een ander oordeel van het OM.
Verwerpelijk
De AG vindt forse celstraffen noodzakelijk. “Een rechtsstaat niet kan accepteren dat clubs hun eigen leden met bedreiging en geweld dwingen om te zwijgen tegen de overheid. (…) Dat de club op deze manier geld wil verdienen met drugshandel en geweld over de rug van de leden die de club niet vrijelijk kunnen verlaten, is zeer verwerpelijk.”
Het gerechtshof zegt aan het einde van de inhoudelijke behandeling wanneer het arrest wijst in deze zaak.