OM eist gedeeltelijke vrijspraak mensenhandel na onderzoek rechtspsycholoog
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft vandaag voor de rechtbank in Almelo alsnog gedeeltelijke vrijspraak gevraagd voor een 30-jarige verdachte van mensenhandel. Tegen de man was op 4 oktober 6 jaar gevangenisstraf geëist voor seksuele uitbuiting van twee vrouwen, mishandeling van een van deze twee vrouwen, afdreiging en oplichting.
De rechtbank gelaste na deze zitting dat een rechtspsycholoog onderzoek zou doen naar de wijze waarop één van de aangeefsters is gehoord bij de politie.
Dit onderzoek heeft inmiddels plaats gevonden. De rechtspsycholoog is van mening dat de aangeefster, met name bij het eerste, informatieve gesprek, niet op de juiste wijze is bevraagd door de politie. De vraagstelling zou op momenten te sturend en te suggestief zijn geweest. Het verslag van dit eerste informatieve gesprek met aangeefster doet geen recht aan de totale context.
Onderscheid niet zwart-wit
Bovendien zou de politie, volgens de rechtspsycholoog, teveel oog hebben gehad voor het scenario ‘gedwongen prostitutie’, en alternatieve scenario’s uit het oog hebben verloren. Te denken valt daarbij aan het scenario waarbij de vrouw niet gedwongen werd, maar op vrijwillige basis met verdachte samenwerkte.
De officier van justitie benadrukte vandaag voor de rechtbank in Almelo dat het onderscheid tussen mensenhandel of vrijwillig in de prostitutie werken niet zwart-wit is. Er zijn vormen van prostitutie die vrijwillig beginnen, maar waarin de vrouw gaandeweg in de relatie met de pooier haar mondigheid verliest. De onevenwichtige relatie die dan ontstaat, kan de pooier in zijn voordeel aanwenden.
Eis van 4 jaar voor feiten ander slachtoffer
Het OM neemt de conclusies van de rechtspsycholoog over dat bij het informatieve gesprek en later bij het studioverhoor de vorm van het verhoor de inhoud van de verklaring mogelijk heeft beïnvloed. Het OM heeft daarom vandaag aan de rechtbank gevraagd om de verklaringen van het slachtoffer geheel buiten beschouwing te laten bij de beoordeling van dit deel van de strafzaak.
Dit betekent dat het OM vrijspraak vraagt voor de seksuele uitbuiting ten aanzien van deze aangeefster. Het bewijs ten aanzien van het andere slachtoffer van mensenhandel en ten aanzien van afdreiging en oplichting blijft wat het OM betreft overeind. Het OM eist voor die feiten een gevangenisstraf van 4 jaar.