Update cijfers coronagerelateerde misdrijfzaken en overtredingen
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft sinds 16 maart 2020 1.009 coronagerelateerde misdrijfzaken in behandeling genomen. In 2020 ging het met name om mensen die hoestten of spuugden richting agenten en anderen met een publieke taak, waarbij ze beweerden besmet te zijn met het coronavirus. In 2021 ging het vooral om demonstranten die zich keerden tegen het coronabeleid van de regering. Zij werden vooral vervolgd voor het niet opvolgen van een bevel van de politie, bedreiging en (openlijk) geweld. Bovenop dit aantal van 1.009 zijn er 404 andere misdrijfzaken in behandeling genomen die te maken hebben met de zogenaamde avondklokrellen die eind januari 2021 plaatsvonden en nog eens 62 zaken die te maken hebben met de rellen in november 2021. Dat brengt het totaal van coronagerelateerde zaken op 1.475.
Naast deze misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen op grond van de regionale noodverordeningen Covid-19 en de Tijdelijke wet maatregelen Covid-19 (hierna: tijdelijke wet). De noodverordeningen golden tot 1 december 2020. Vanaf die datum geldt de tijdelijke wet, die de noodverordeningen vervangt. Er zijn op beide wetten samen 145.759 OM strafbeschikkingen uitgevaardigd (peildatum 2 januari 2022), waarvan 80.419 strafbeschikkingen zijn uitgevaardigd voor het overtreden van de avondklok die van kracht was van 23 januari tot 28 april 2021. Bij de overige strafbeschikkingen gaat het voornamelijk om onvoldoende afstand houden.
Relschoppers
In januari 2021 zijn in diverse steden rellen uitgebroken in reactie op de instelling van de avondklok. Die rellen gingen gepaard met onder andere veel geweld, diefstal en vernielingen. Daarvoor zijn 404 verdachten aangehouden die worden verdacht van betrokkenheid bij of deelname aan de rellen. Het gaat daarbij in 27 procent van de feiten om het plegen van openlijk geweld, in 21 procent om opruiing (al dan niet via social media), in 13 procent om het niet opvolgen van een bevel van de politie en in 10% om diefstal of diefstal in vereniging. In 4 procent van de feiten gaat het om vernieling. Van 404 verdachten waren er 91 minderjarig (jonger dan 18).
In 293 zaken heeft de officier van justitie besloten om de zaak voor te leggen aan de strafrechter, al dan niet via het snelrecht. In 33 gevallen is een OM strafbeschikking of transactie uitgevaardigd. In 17 gevallen is de verdachte in verzet gegaan en wordt de zaak alsnog door de rechter beoordeeld. In 72 gevallen heeft de officier besloten om de zaak (voorwaardelijk) te seponeren. In de andere zaken moet nog een beslissing volgen. Van de 312 zaken waarin een verdachte is gedagvaard, zijn inmiddels 285 zaken behandeld door de rechter. In 164 gevallen heeft de rechter een gevangenisstraf of jeugddetentie opgelegd. In de overige 121 gevallen is een andere straf opgelegd, bijvoorbeeld een geldboete of taakstraf. In 20 gevallen kwam de rechter tot een vrijspraak.
In november 2021 braken er weer rellen uit. Daarvoor zijn inmiddels 62 verdachten aangehouden die worden verdacht van betrokkenheid bij of deelname aan de rellen. De opsporing loopt echter nog en niet in alle zaken heeft de officier al een vervolgingsbeslissing genomen. In 37 zaken heeft de officier van justitie al wel besloten om de zaak voor te leggen aan de rechter. In 17 gevallen is de zaak – veelal via snelrecht – ook al onder de rechter geweest. In alle 17 de zaken is de verdachte schuldig verklaard, waarna de rechter 13 verdachten heeft veroordeeld tot een vrijheidsstraf.
Misdrijfzaken tegen personen met een publieke taak
Sinds 16 maart 2020 zijn van de 1.475 coronagerelateerde zaken in 330 strafzaken politieagenten het slachtoffer geworden van een misdrijf. In 161 zaken gaat het om andere personen met een publieke taak, zoals BOA’s, medewerkers van een ziekenhuis of openbaar vervoerpersoneel. In 20 procent van de 499 genoemde misdrijfzaken tegen personen met een publieke taak gaat het om (openlijk) geweld en mishandeling. Daarnaast gaat het om bedreiging met geweld (44 procent), belediging (21 procent) of het niet opvolgen van een bevel van de politie (14 procent).
Overtredingen
Naast de bovengenoemde (misdrijf)zaken zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen COVID-19 en de tijdelijke wet.
De overtredingen komen bij het OM binnen in de vorm van een proces-verbaal (pv) dat is opgemaakt door politieagenten of BOA’s. Er zijn 181.083 pv’s ontvangen en deze worden door het OM beoordeeld. Op peildatum 1 januari 2022 zijn 145.759 strafbeschikkingen uitgevaardigd vanwege overtreding van de noodverordeningen en de tijdelijke wet. Een deel van de pv’s moet nog beoordeeld worden, een ander deel – gemiddeld 34 procent - is teruggestuurd naar de verbalisant voor aanvulling.
De pv’s die zijn teruggestuurd naar de verbalisanten kunnen - na aanvulling – opnieuw ter beoordeling naar het OM ingestuurd worden.
Mondkapjesplicht
Er zijn in totaal 14.237 strafbeschikkingen uitgevaardigd voor het overtreden van de mondkapjesplicht in het OV (sinds 1 juni 2020) en in de publieke binnenruimte (sinds 1 december 2020).
Verzetzaken op grond van noodverordening en tijdelijke wet
Op peildatum 1 januari 2022 zijn 23.254 verzetschriften tegen een strafbeschikking, opgelegd vanwege een overtreding van een regionale noodverordening Covid-19 of de tijdelijke wet, geregistreerd. Deze verzetschriften worden inhoudelijk beoordeeld door het OM. De officier van justitie beoordeelt de zaken en brengt de zaak vervolgens voor de rechter of trekt de strafbeschikking in. Van de 145.759 strafbeschikkingen zijn, tot peildatum 1 januari 2022, 3741 zaken na verzet geseponeerd.
Op de peildatum zijn 913 verdachten naar aanleiding van hun verzet opgeroepen om voor de kantonrechter te verschijnen. Inmiddels zijn 561 zaken op zitting behandeld. In 418 zaken is door de rechter een geldboete opgelegd. In 70 zaken kwam de rechter tot een vrijspraak. In 73 zaken volgde een andere uitspraak. De verdachte werd bijvoorbeeld schuldig verklaard zonder straf of was er sprake van ontslag van alle rechtsvervolging. Het grootste deel van de verzetzaken wacht nog op behandeling op zitting. Daar gaat in de regel wat tijd overheen.
Jongeren
Bij jongeren die zich destijds niet aan de noodverordening hielden en nu niet aan de tijdelijke wet, wordt waar mogelijk gekozen voor een HALT-afdoening. Als de jongere akkoord gaat met een HALT-afdoening en deze met goed resultaat afrondt, komt dit in de plaats van de geldboete. Dit geldt alleen voor de eerste keer dat jongeren de maatregelen overtreden. Bij de HALT-afdoening wordt nog eens heel duidelijk uitgelegd wat het nut en de noodzaak is van de coronaregels en waarom het zo belangrijk is dat de jongere zich hieraan houdt. Ook ouders worden hierbij betrokken en op hun verantwoordelijkheid gewezen. Er zijn 2.247 jongeren doorverwezen naar HALT (peildatum 1 januari 2022).
Bij elke daarna volgende overtreding van de noodverordening, krijgt de jongere van 16 jaar en ouder een boete van 95 euro. Jongeren tussen de 12 en 15 jaar krijgen een boete van 48 euro.
Sinds 14 oktober 2020 bedragen boetes voor meerderjarigen 95 euro, daarvoor was het boetebedrag vastgesteld op 390 euro.