OM eist tot 23 jaar gevangenisstraf voor beschieting sportschool en advocaat

 “Een loden jas. Dat is waar advocaat Philippe Schol vandaag de dag in én mee rondloopt. Op 6 november 2019 rond tien over acht in de ochtend is het leven van Philippe Schol drastisch, zeer ingrijpend en onomkeerbaar veranderd.” Met deze uitspraak begon én eindigde het requisitoir van de officieren van justitie vandaag in de rechtbank in Almelo, op de tweede zittingsdag van het strafproces rond de beschieting van de advocaat.

Een 48-jarige man en een 32-jarige man stonden terecht voor de poging om de advocaat op 6 november 2019 te liquideren in zijn woonplaats Gronau. Een 48-jarige man hoorde een gevangenisstraf van 23 jaar tegen zich eisen. Hij stond ook terecht voor de beschieting van sportschool Sport Fabrik in Losser op 2 oktober 2019. Voor de 32-jarige man is een gevangenisstraf van 18 jaar geëist.

De eigenaar van de sportschool gaat er vanuit dat het motief voor de beschieting ligt in de afwikkeling van het eerdere faillissement van deze sportschool. Hij heeft na dit faillissement, exact 1 jaar voor de beschieting, een doorstart gemaakt. Ook de advocaat ziet een motief voor de aanslag in de afwikkeling van dit faillissement en de faillissementen met betrekking tot verwante sportscholen. De advocaat trad in al deze faillissementen op als curator.

Het door de eigenaar van de sportschool en de advocaat genoemde motief levert een link op tussen de twee aanslagen, net als het feit dat bij beide beschietingen hetzelfde wapen is gebruikt.

Camerabeelden

Op 2 oktober 2019 ’s avonds rond half elf vindt de beschieting van de sportschool in Losser plaats. De auto die op camerabeelden te zien is, was in gebruik bij de 48-jarige man. De auto is nadien qua uiterlijk aangepast. Ook telefoongegevens en informatie uit tapgesprekken ondersteunen de betrokkenheid van de 48-jarige man bij de beschieting. De man is bovendien herkend op de beelden, die ook in opsporingsprogramma’s werden getoond. Op de beelden droeg de schutter een masker en een soortgelijk masker is bij de 48-jarige man aangetroffen.

Uit het politieonderzoek is gebleken dat voorafgaande aan de beschieting in Gronau op 6 november 2019 voorverkenningen zijn uitgevoerd bij de woning en het kantoor van de advocaat, waarbij de 48-jarige en de 32-jarige in beeld komen. Op 6 november 2019 is op beelden een auto te zien die in gebruik was bij de 48-jarige verdachte. Zijn verklaring dat de auto uitgeleend was, vindt het OM niet geloofwaardig.  Die zelfde auto staat ook op beeld op 1 november tijdens een voorverkenning.  Na de beschieting is het uiterlijk van de auto aangepast om herkenning te voorkomen. Nadat de auto door de politie werd gevonden, werden er schotresten en DNA van beide verdachten aangetroffen in de auto. Ook informatie uit heimelijk opgenomen gesprekken ondersteunen de betrokkenheid van beide verdachten bij deze beschieting.

Niet vast is komen te staan wie in Gronau met het semi-automatische wapen heeft gevuurd op de advocaat. Het OM houdt beide mannen in gelijke mate verantwoordelijk, omdat er sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, zowel bij de voorverkenningen als op de dag van de aanslag. Van medeplegen is ook sprake, nu de mannen in opdracht hebben gehandeld. Zij hebben zelf immers geen conflict met de man die een doorstart maakte met de sportschool of met de advocaat/curator. Uit het onderzoek is gebleken dat de twee mannen ‘incassoklussen’ verrichtten, om zo hun financiën aan te vullen.

Van alle markten thuis

Het OM kwalificeert zowel de beschieting van de sportschool als de aanslag in Gronau als een poging tot moord. Bij de beschieting van de sportschool is immers ook bewust het risico genomen dat er een dodelijk slachtoffer zou vallen, want er was nog een sporter aanwezig in het pand. De officieren van justitie benadrukten in hun requisitoir de impact van de schietpartijen, die het gevoel van veiligheid in de maatschappij ernstig aantasten.

“Incasso op bestelling en - in het geval van de ten laste gelegde feiten - bedreigingen en poging tot moord op bestelling. Verdachten waren van alle markten thuis. Bekend is dat bij dit type feiten opdrachtgevers en/of tussenpersonen op de achtergrond aanwezig zijn. Dat is hier niet anders. Verdachten hebben met deze daden er blijk van gegeven dat zij geen enkel respect hebben voor het leven van een ander. Voor geld maken zij zich schuldig aan poging tot moord op bestelling. Poging tot moord is op zichzelf al een buitengewoon ernstig misdrijf. Maar dit doen in opdracht van een ander in ruil voor geld - bij wijze van aanvulling op je inkomen - geeft daaraan nog een extra lading.”

De aanslag op de advocaat is in de eerste plaats een persoonlijk drama voor hemzelf en zijn naasten. Maar de impact hiervan reikt verder, zeker omdat een aantal weken vóór de aanslag in Gronau strafrecht-advocaat Derk Wiersum was geliquideerd.

Maatschappelijke onrust

“Verdachten zijn desondanks doorgegaan met de voorbereiding en uitvoering van de aanslag op deze advocaat/curator.” De maatschappelijke onrust die de liquidatie van Wiersum teweeg bracht, kan de verdachten niet zijn ontgaan: “Kennelijk heeft het gegeven dat hun target advocaat en curator was, geen enkele invloed gehad op hun beslissing met de plannen door te gaan. Dit getuigt van een groot disrespect voor de rechtsstaat. Zonder advocaten en zonder curatoren kan die rechtsstaat niet bestaan. Dit moet in strafverzwarende zin meewegen in de op te leggen straf aan verdachten”, aldus de officieren van justitie.

“Al met al is sprake van buitengewoon ernstige feiten die qua strafmaat aan de bovenkant van het strafmaximum zitten. Hier is de rechtsstaat in het geding en dan past enkel een niet mis te verstaan signaal naar verdachten, maar ook naar anderen die ook maar overwegen zich hiervoor te lenen. We kunnen en mogen niet accepteren dat de rechtsstaat een kogelwerende jas moet dragen.”

Alles afwegende is voor de 48-jarige een gevangenisstraf van 23 jaar en voor de 32-jarige een gevangenisstraf van 18 jaar op zijn plaats.