Vier bestormers OPCW blijven langer vastzitten
Het voorarrest van vier mannen die vrijdagmiddag 3 december deelnamen aan de bestorming van het OPCW-gebouw, is met veertien dagen verlengd. Dat heeft de rechter-commissaris van de Haagse rechtbank vandaag bepaald. De vier worden verdacht van openlijk geweld in vereniging tegen personen, van geweld tegen de goederen van een internationaal beschermde organisatie en van vernieling.
De vier maakten deel uit van een groep van 44 demonstranten die vrijdag werden aangehouden na bestorming van het gebouw van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Volgens het OM waren de vier onder meer betrokken bij het slaan van een beveiliger en van politiemensen. De bedoeling is om deze vier verdachten zo snel mogelijk voor de politierechter te brengen.
De overige veertig arrestanten zullen zich later voor de rechter moeten verantwoorden. En wel voor lokaalvredebreuk, vernieling en geweld tegen de goederen van een internationaal beschermde organisatie. Een groot deel van deze groep is tevens overgedragen aan de vreemdelingenpolitie (AVIM) voor controle op hun verblijfsrechtelijke positie. En hebben daar - voor zover van toepassing - bevel gekregen terug te keren naar hun land van herkomst.