“Seksuele uitbuiting is aantasting menselijke waardigheid”
“Mensenhandel in de vorm van seksuele uitbuiting is een zeer ernstige vorm van criminaliteit. Het gaat om een misdrijf dat de menselijke waardigheid ten diepste aantast.” Zowel voor de rechtbank in Zwolle als voor de rechtbank in Almelo benadrukten officieren van justitie dit maandag 4 oktober in hun requisitoir. Voor beide rechtbanken dienden deze dag mensenhandelzaken.
In Zwolle en Almelo stonden in totaal twee verdachten terecht voor seksuele uitbuiting. In Zwolle eiste de officier van justitie onder meer een celstraf van 3,5 jaar tegen een 40-jarige verdachte, in Almelo eiste de officier zes jaar cel tegen een 30-jarige verdachte uit Zwolle.
Deze 30-jarige man wordt verdacht van seksuele uitbuiting van twee vrouwen, zware mishandeling van een van deze twee vrouwen, en afpersing en (poging tot) oplichting. De slachtoffers van de 30-jarige verdachte moesten bijna al het met prostitutie verdiende geld afstaan aan de man. Hij zou de vrouwen ook hebben mishandeld. Verder zou hij seksfilmpjes hebben gemaakt van de vrouwen, en ze daarmee onder druk hebben gezet. Beide vrouwen hadden dezelfde tatoeage laten zetten met een verwijzing naar zijn naam.
In de zaak die in Zwolle diende, had het slachtoffer bij haar prostitutiewerk “niet veel in de melk te brokkelen”, zoals de officier het zei. Hij somde op: er werd voor haar bepaald hoe ze haar werk moest doen, welke klanten zij moest afwerken, hoeveel geld zij daarvoor moest vragen en ook hoeveel geld ze daarvan zelf mocht houden. Ze moest zich constant verantwoorden. Voor de kleinste zaken al moest ze toestemming vragen, bijvoorbeeld als ze wilde roken of wilde douchen.
“Van een mondige prostituee was hier geen sprake”, aldus de officier van justitie. “Het dossier geeft een schrijnend beeld van de kwetsbaarheid van dit slachtoffer, en hoe de verdachte daar misbruik van heeft gemaakt.” De officier noemde het een ongelijkwaardige situatie; zij een kwetsbare, verslaafde vrouw; hij een forse, welbespraakte man.
De officieren achtten in beide zaken de strafbare feiten wettig en overtuigend bewezen; zo zijn er in de Zwolse zaak verklaringen van het slachtoffer, een medeverdachte en getuigen, telefoon- en bankgegevens, en gegevens van seksadvertentiewebsites. In de Almelose zaak zijn ook verklaringen en berichten voorhanden en gegevens van seksadvertenties.
Behalve een celstraf van 3,5 jaar eiste de officier tegen de 40-jarige verdachte uit Zwolle ook een “maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking”, zodat er na de afloop van de detentie nog langere tijd toezicht blijft op de veroordeelde.