Celstraffen tot tien jaar geëist na serie bedreigingen en mishandelingen met grof geweld
Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft gevangenisstraffen variërend van drie tot tien jaar geëist tegen vier mannen van 32, 54, 35 en 45 jaar en twee vrouwen van 24 en 23 jaar. Zij worden ervan verdacht dat zij als groep in wisselende samenstellingen bedreigingen en grof geweld hebben gebruikt om mensen onder druk te zetten om geld te betalen. “Mensen werden thuis opgezocht, bedreigd en in elkaar geslagen. Anderen werden naar een plek gelokt, meegenomen naar een ‘werkhuis’ of het bos en daar flink toegetakeld”, aldus de officier van justitie op zitting.
De strafzaak, die diende voor de rechtbank in Almelo, richt zich op vier slachtoffers. Eén van de slachtoffers kreeg in januari vorig jaar in zijn eigen huis een pistool op zijn hoofd gezet. Ook werd hij met het pistool en een boksbeugel geslagen. Volgens de officier van justitie waren de mannen van 32 en 54 bij deze mishandeling betrokken. Het geheel zou met een telefoon zijn gefilmd.
Bij de mishandeling van het tweede slachtoffer op 15 april vorig jaar in Almelo waren naast de twee mannen van 32 en 54 ook de 24-jarige vrouw en de 35-jarige man betrokken. Het tweede slachtoffer is volgens de officier door de 24-jarige vrouw in de val gelokt, meegenomen naar het ‘werkhuis’ – de woning van de 32-jarige - en daarna geslagen en geschopt. Er werd een sigaret op zijn hoofd uitgedrukt, hij kreeg een kopstoot en de 54-jarige man zou het slachtoffer met een mes hebben gestoken. Ook hier zouden opnames met een telefoon zijn gemaakt.
Bij de bedreiging van het derde slachtoffer waren opnieuw de mannen van 32 en 54 betrokken, samen met een andere man. Het derde slachtoffer werd in maart en april vorig jaar bedreigd: de betrokken mannen kwamen bijvoorbeeld op 15 maart bij het slachtoffer aan de deur, belden aan, bonkten op de ramen en vernielden een ruit. Ook de dagen erna is de auto van de 54-jarige man bij de woning van het slachtoffer gezien.
Op het moment dat het tweede slachtoffer op 15 april werd mishandeld, waren de plannen voor de mishandeling van het vierde slachtoffer al in uitvoering, aldus de officier van justitie. Dit vierde slachtoffer is gelokt door de 23-jarige vrouw. Toen het slachtoffer bij haar in de auto stapte, reed zij naar een plek waar de mannen van 32, 54, 35 en 45 al klaar stonden. Het slachtoffer is vervolgens in een bos mishandeld. Hij is geslagen met een boksbeugel en een knuppel, op zijn hoofd getrapt en in de auto bijna gewurgd met een autogordel. Ook werd het slachtoffer onder water gehouden en is gedreigd zijn vingers af te knippen. Net als bij twee andere slachtoffers zijn van deze gewelddadigheden foto’s gemaakt.
Volgens de officier van justitie vormen de mannen van 32 en 54 de hoofdrolspelers in de strafzaak. “Zij bepaalden wie wanneer aan de beurt was, zetten mensen onder druk om te betalen, zochten mensen op of namen mensen mee en gebruikten zoveel geweld en dreigementen, dat mensen nu nog steeds bang voor hen zijn. Het was voor die twee gewoon een way of life.” Het OM acht medeplegen diefstal met geweld, medeplegen poging tot afpersing en - met betrekking tot het vierde slachtoffer - medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving dan ook wettig en overtuigend bewezen. De mannen van 32 en 54 hoorden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien jaar tegen zich eisen.
Tegen de 35-jarige man eiste de officier een celstraf van zes jaar. Tegen de 24-jarige vrouw werd een gevangenisstraf van drie jaar geëist, waarvan een jaar voorwaardelijk. De officier eiste tegen de vrouw van 23 een celstraf van vier jaar. Tot slot hoorde de man van 45 een gevangenisstraf van drie jaar tegen zich eisen.