Jan werd doodgestoken door zijn broer: 8 jaar celstraf geëist
Hoe kon het zo misgaan? Die vraag stond dinsdagochtend centraal tijdens de inhoudelijke behandeling van het onderzoek naar de dood van Jan Fleerakkers (55) uit Duizel. Jan werd op maandag 30 november 2020 doodgestoken door zijn broer, na een ruzie over de honden. De man stond vandaag voor de rechter. Voor het Openbaar Ministerie is een jarenlange gevangenisstraf zijn plaats, maar zijn er ook strafverminderende omstandigheden.
De relatie tussen de twee broers is niet altijd goed. Samen met hun hoogbejaarde vader woonden ze aan de Hoek in het buitengebied van Duizel, een dorp vlakbij Eersel. Ze hebben regelmatig ruzie, vaak om kleine dingen. De broers zijn stevige drinkers en dat heeft ook geen gunstige invloed op de sfeer in huis. Toch blijft het doorgaans bij verbale agressie. Tot die fatale 30 november 2020. Een ruzie om honden loopt volledig uit de hand. De verdachte pakt daarbij een fileermes uit de keuken en steekt Jan in zijn hart. Hulpdiensten kunnen niets meer voor hem betekenen. Jan overlijdt te plekke en zijn broer wordt direct aangehouden. De vader is ook aanwezig en blijft geschrokken achter.
Noodweer?
De verdachte verklaart in zijn verhoor dat er sprake was van zelfverdediging, omdat zijn broer op enig moment met gebalde vuist op hem afkwam, maar is dat wel zo? Het OM zet daar grote vraagtekens bij. Op basis van het dossier kun je al twijfelen of er een noodweersituatie bestond en of verdachte niet anders kon. En zelfs als dat zo is geweest, is het steken met een mes dan wel proportioneel? De officier van justitie: “Het is onder omstandigheden misschien mogelijk dat iemand zich met een mes mag verdedigen tegen een aanval met de blote vuist, maar dan is het nog niet gerechtvaardigd iemand in zijn hart of borst steken, met alle risico’s van dien. Dat is zonder meer niet proportioneel geweest.”
Onmacht
De verdachte is vanuit een zeer beperkte aanleiding gekomen tot dodelijk geweld, vermoedelijk mede onder invloed van alcoholgebruik. Volgens de officier van justitie is deze zaak het toonbeeld van onmacht. Anderzijds is er wel iemand dood en dat kan niet onbestraft blijven. De afgelopen maanden is er door specialisten gekeken naar de persoon van de verdachte, die lijdt aan een moeilijk te behandelen, lichte verstandelijke ontwikkelingsstoornis en aan een stoornis in het gebruik van alcohol. Hij zou verminderd toerekeningsvatbaar zijn.
Straf
Bij het bepalen van haar strafeis heeft de officier van justitie dan ook sterk rekening gehouden met de persoon van de verdachte en de al genoemde stoornissen. Toch zijn er ook strafverzwarende omstandigheden: “Jan is in zijn eigen woning doodgestoken. Op een plek waar hij zich veilig moest kunnen voelen. En ook de verstrekkende gevolgen voor de familie, waaronder de hoogbejaarde vader spelen een rol. Hij is zijn zoon kwijtgeraakt en in de praktijk ook zijn andere zoon door wat er gebeurd is.” Alles afwegende eist het OM een gevangenisstraf van 8 jaar.