Eis: tien jaar celstraf om doodsteken vrouw

Het Openbaar Ministerie heeft zojuist bij de rechtbank in Leeuwarden een gevangenisstraf geëist voor de duur van tien jaren tegen een 36-jarige inwoner van de Friese plaats Oppenhuizen, die eind april vorig jaar zijn vrouw (32) om het leven bracht met messteken. De man bekende vrijwel direct na de daad. De zaaksofficier gaat uit van doodslag.

Handgemeen

Het slachtoffer was nog maar vier maanden in Nederland, met haar twee kinderen, in het kader van gezinshereniging vanuit Eritrea, toen het gezinsdrama zich voltrok. Volgens betrokkenen hadden de echtelieden veelvuldig ruzie. Zo ook op de fatale dag, donderdag 23 april 2020.

Omdat de ouders die middag ruzie hadden, werden de kinderen (10 en 8 jaar oud) weggestuurd naar een buurgezin, ook afkomstig uit Eritrea. Toen de buurvrouw bezorgd aan de deur kwam, weigerde verdachte open te doen. Bij een handgemeen dat was ontstaan, had de verdachte een mes van het aanrecht gegrepen en ingestoken op zijn vrouw. Daarna had hij de woning verlaten.

Hij keerde terug op het moment dat ter plaatse gekomen agenten poogden het slachtoffer te reanimeren in de woning. De verwondingen waren echter zo ernstig dat hulp niet meer mocht baten. Sectie wees uit dat de vrouw tien keer was gestoken; zes van die steken waar afzonderlijk al dodelijk geweest. Ook had zij vijftien snijverwondingen, vermoedelijk afweerletsel.

Steekletsel

De politie kreeg om 14:25 uur een melding van de begeleider van het gezin. Tegen de begeleider had de verdachte gezegd dat hij zijn vrouw had omgebracht. Die belde daarop de meldkamer. De agenten verschaften zich toegang tot de woning en troffen de vrouw aan met steekletsel in borst en hals. De teruggekeerde verdachte werd in de woning aangehouden.

Volgens betrokkenen hadden de echtelieden voor het steekincident ruzie om een blauwe mobiele telefoon van het slachtoffer, die verbrand is teruggevonden in de tuin bij de woning. Van de mobiele telefoon konden geen gegevens meer worden gehaald.

Mishandeld

De officier op zitting: “Er zijn diverse aanwijzingen dat het huwelijk tussen verdachte Mussie en Yodit geen gelukkig huwelijk was. Er was sprake van geheime relaties van verdachte, er was sprake van frustraties bij verdachte over het feit dat hij geen baan kon vinden. Mogelijk is er sprake geweest van verschillende opvattingen tussen man en vrouw. Zo geven diverse getuigen aan dat het slachtoffer nooit buiten kwam. Tegelijkertijd volgt zowel uit getuigenverklaringen als de verklaring van verdachte dat zij zich niet de wet liet voorschrijven door verdachte.”

“Volgens de kinderen was verdachte vaak aan het vitten op hun moeder. Uit een aantal getuigenverklaringen bleek dat verdachte het er moeilijk mee had met het feit dat niet in staat was een baan te vinden. Ook zijn er aanwijzingen dat het slachtoffer in het verleden is mishandeld door verdachte.”

Verbrande GSM

De officier op zitting: “Opmerkelijk is bovendien de verbrande telefoon in de tuin. Volgens de kinderen was deze telefoon eigendom van hun moeder. De politie heeft geprobeerd om de telefoon te onderzoeken maar vanwege de brandschade is dat niet gelukt. Verdachte heeft aangegeven dat hij de telefoon niet herkent en geen idee heeft wie deze in brand heeft gestoken en waarom. Een onaannemelijk verklaring die de vraag oproept waarom de telefoon moest verdwijnen. Bevond zich belastende informatie op de telefoon?”

Verdachte uit ouderlijk gezag ontheven

De officier stond nadrukkelijk stil bij het grote verlies voor de twee jonge kinderen van het slachtoffer. “Nog maar vier maanden voor het feit waren ze samen met hun moeder aangekomen in een voor hen vreemd en onbekend land waar ze gingen wonen bij een vader die al jaren geen deel uitmaakte van hun leven. Zij spraken de taal niet. En van het ene op het andere moment was hun moeder dood, stond hun veilige leventje op zijn kop en waren ze als broertje en zusje op elkaar aangewezen.”

Repatriëring

Ook voor de moeder van het slachtoffer had de zaak – naast het grote verdriet - zeer ingrijpende gevolgen, aldus de officier: “Zij is woonachtig in Saoedi-Arabië en kan nauwelijks bevatten dat haar dochter niet meer leeft. Vanwege corona heeft repatriëring van het lichaam van haar dochter geruime tijd op zich laten wachten. Pas afgelopen december is zij overgebracht naar Eritrea en heeft mevrouw de overtocht naar Eritrea gewaagd om haar dochter te kunnen begraven.”