Eis OM in hoger beroep: 21 jaar voor beestachtig gedrag van man uit Steenbergen (NB)
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 21 jaar geëist tegen een 54-jarige man uit het Brabantse Steenbergen. Net als de rechtbank is het OM van oordeel dat de man zich in de nacht van 2 september 2017 schuldig heeft gemaakt aan een poging moord, een poging doodslag, zedenfeiten, vrijheidsberoving en verboden wapenbezit. Dit gewelddadig en vernederend gedrag was gericht tegen zijn toenmalige vriendin.
Beestachtig
De aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), spreekt van beestachtig handelen door de verdachte. De rechtbank veroordeelt de man op 24 september 2018 tot een gevangenisstraf van 21 jaar. De verdachte is het hiermee niet eens en gaat in hoger beroep.
Nadat het slachtoffer in september 2017 aan de verdachte laat weten “een beetje ruimte” in de relatie te willen, volgt een gesprek. Wanneer de vrouw naar de kroeg gaat, komt hij enige tijd later ook. Uiteindelijk neemt hij haar mee naar zijn woning waar zij zich moet uitkleden. Hij verkracht haar en ze moet bij zichzelf seksuele handelingen verrichten. De verdachte heeft de camera van zijn telefoon gebruikt om een deel van die nacht vast te leggen.
Wonder
Later mag ze zich van hem aankleden en naar de auto lopen voor haar telefoon. De verdachte loopt achter haar aan met een pistool binnen handbereik. Ook heeft hij een mes gepakt. Eenmaal bij de auto gaat de vrouw er vandoor. Maar de verdachte haalt haar in en snijdt haar uiteindelijk met het mes in haar hals en gezicht. Buurtbewoners horen de vrouw gillen en alarmeren de politie.
Daarna trekt de verdachte in de ogen van het OM de vrouw terug zijn woning in. Daar knijpt hij met twee handen de keel van de vrouw dicht. Agenten komen snel ter plaatse. Zij vragen naar de vrouw en horen de verdachte dan zeggen: “Ja die heb ik vermoord.” De agenten treffen de vrouw aan in een plas bloed. Als door een wonder overleeft zij de diverse aanvallen op haar leven.
Calculerend en manipulatief
De verdachte ontkent de aan hem tenlastegelegde strafbare feiten. Tegelijkertijd herinnert hij zich nauwelijks iets. De AG vindt dat opmerkelijk: “Als je niet weet wat er is gebeurd, is het onmogelijk om tot een stellige ontkenning te komen.”
In hoger beroep is de verdachte weer onderzocht door het Pieter Baan Centrum (PBC). De deskundigen daar concluderen dat de verdachte hoogstens verminderd toerekeningsvatbaar is. Ook wordt in de ogen van het OM duidelijk dat de verdachte geen volledige openheid van zaken geeft.
In dat laatste ziet de AG een patroon. Volgens haar toont de verdachte calculerend en op onderdelen manipulatief gedrag. Daarnaast is hij volgens haar haast uitsluitend met zichzelf bezig. De AG baseert zich daarbij ook op de verklaringen van de vrouw, de opnames van de telefoon en hetgeen de verdachte zelf verklaart.
Krachtige vrouw
Het OM is er, samen met de rechtbank, van overtuigd dat de verdachte het slachtoffer urenlang in (doods)angst heeft gehouden. Daarnaast is de verdachte, in de ogen van de AG, uiteindelijk van plan geweest haar te doden. “Het slachtoffer heeft gevreesd voor haar leven. Zij heeft er voor gevochten en zal dat ook de rest van haar leven moeten doen. Niet alleen vanwege die vreselijke nacht. […] Ook vanwege het zien, horen en ervaren hoe de verdachte achteraf kijkt naar die nacht en naar haar. […] Haar angst doet overigens niets af aan hetgeen ze die nacht en dit proces ook heeft laten zien: dat het een bijzonder krachtige vrouw is.”
Het gerechtshof in Den Bosch doet op 29 maart uitspraak.