OM in beroep tegen vonnis dealende portiers
Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter waarin het OM vanochtend niet-ontvankelijk werd verklaard in een zaak tegen twee van drugshandel verdachte hotelportiers. Het OM stelt zich anders dan de rechter op het standpunt dat er geen sprake is van uitlokking.
Vanochtend stonden twee voormalig portiers van een hotel in het centrum van Amsterdam op zitting op verdenking van drugshandel. De zaak is begonnen nadat het management van het hotel in 2018 de politie had benaderd omdat er signalen waren dat portiers hotelgasten op verzoek van drugs voorzagen.
Na toestemming van de officier van justitie werd een pseudokoopteam van de politie ingeschakeld waarbij agenten zich voordeden als hotelgasten. Het OM heeft in totaal drie portiers van het hotel – inmiddels alle drie ontslagen – gedagvaard voor de politierechter. Vandaag stonden de eerste twee verdachten op zitting waar de officier tegen beiden een werkstraf van dertig uur eiste. Een derde man is gedagvaard voor een politierechterzitting in april.
De rechter achtte vanochtend de verdenking net voldoende om pseudokoop als opsporingsmiddel in te kunnen zetten, maar oordeelde dat er sprake was van uitlokking omdat de pseudokopers zelf bij de portiers om de drugs hadden gevraagd. Daarom verklaarde de rechter het OM vanochtend niet-ontvankelijk.
Het OM is het daar niet mee eens. Het OM meent dat de rechter in het vonnis onvoldoende rekening houdt met de specifieke omstandigheden van deze casus, waarin de verdenking bestond dat portiers hotelgasten desgevraagd van drugs voorzagen. Het OM stelt zich op het standpunt dat er geen sprake was van uitlokking en dat pseudokoop een proportioneel middel was. Derhalve zal het OM beroep aantekenen tegen de uitspraak van de rechter.