Brandstichting school in Alkmaar door minderjarigen: OM eist werkstraf

Het Openbaar Ministerie Noord-Holland heeft op donderdag 4 februari 2021 tijdens een besloten zitting werkstraffen tot 150 uur geëist tegen twee minderjarige verdachten uit Alkmaar. Het OM verdenkt hen van meerdere vernielingen op 24 en 25 januari vorig jaar, en opzettelijke brandstichting met gevaar voor goederen op 9 februari vorig jaar.

Grote gevolgen

’Het gaat om serieuze feiten met meer dan serieuze gevolgen’’, begint de officier van justitie haar betoog. Op verschillende momenten hebben de destijds 14-jarige verdachten zich volgens het OM schuldig gemaakt aan vernielingen en opzettelijke brandstichting. Op basis van camerabeelden is te zien dat beide verdachten op vrijdagavond 24 en zaterdag 25 januari 2020 het schoolplein van het Petrus Canisius College in Alkmaar op lopen en daar bewust meerdere afvalcontainers in brand steken. Ze halen papier uit de papiercontainer en gebruiken op vrijdag een speciaal daarvoor aangeschafte brandversneller. De schade blijft gelukkig beperkt.

Op zondag 9 februari willen de verdachten opnieuw een fikkie stoken in de hoek van het schoolplein, expres buiten het zicht van camera’s en niet zichtbaar vanaf de openbare weg. Ze steken een meegebrachte fietsband in brand en overgieten deze met wasbenzine. Hierdoor komt wasbenzine tegen de gevelplaten van het schoolgebouw. Mede door de storm die die dag woedt slaat het vuur over naar het schoolgebouw.

Fikkie

Het vuur wordt groter en beide verdachten proberen het uit te trappen, dat lukt niet. Dan rennen ze weg, zonder de brandweer te bellen. Wel komen ze een half uur later nog even kijken en zien dan rook. Het gebouw brandt voor een groot gedeelte af. ‘’Een fikkie met grote gevolgen’’, aldus de officier. ‘’Opzettelijke brandstichting is een ernstig en gevaarlijk feit. Zonder na te denken over de gevolgen voor anderen wilden de verdachten een fikkie stoken uit verveling. Zonder respect voor iemand anders’ eigendommen en gevoelens van veiligheid. Door dit gedrag is er schade aan de school ontstaan.’’ Die bedraagt ongeveer 2 miljoen euro en leerlingen kunnen maanden niet naar school. Bovendien is de voormalig conciërge, die vlak naast de brand lag te slapen, erg geschrokken toen de brandweer in zijn kamer stond en hem wakker maakte.
 

Werkstraf

Het OM houdt de twee verdachten samen verantwoordelijk. ‘’Beide zijn medepleger; ze hebben het samen gedaan. Allebei hebben een strafbare rol in het geheel gehad en allebei hebben ze een nauwe en bewuste samenwerking gehad in het stichten van de brand.’’ Ondanks de ernst van de feiten houdt de officier rekening met hun leeftijd, hun proceshouding en dat een jeugddetentie in dit geval geen pedagogische meerwaarde heeft. Ze eist werkstraffen van 150 uur onvoorwaardelijk en 120 uur waarvan 50 uur voorwaardelijk, met voorwaarden zoals door de jeugdreclassering is geadviseerd. Ook vindt de officier dat verdachten een deel van de schade aan het schoolgebouw moeten vergoeden.   

De rechtbank doet naar verwachting uitspraak op 18 februari