OM eist in hoger beroep vier jaar cel voor brute verkrachting uit 2002
Achttien jaar geleden in het Limburgse Lottum. Een man rijdt met zijn auto tegen de auto van een 18-jarige vrouw. De vrouw kan niet verder rijden met die auto. Ze stapt daarom in de auto van de verdachte in de veronderstelling dat hij haar thuis zou brengen. Dat doet hij niet. Hij rijdt naar een afgelegen zandpad en misbruikt de vrouw op brute wijze.
De zaak lijkt nooit te worden opgelost. Totdat de verdachte wordt veroordeeld voor autovernieling en in 2018 wangslijm moet afstaan. Zijn DNA komt overeen met het DNA uit deze zaak.
Betrouwbare verklaringen
Daarom eist de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), een gevangenisstraf van vier jaar tegen de inmiddels 60-jarige verdachte. Op 9 september 2019 wordt hij door de rechtbank in Maastricht veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. De officier van justitie heeft een straf van vier jaar geëist. De verdachte gaat in hoger beroep.
Het Openbaar Ministerie vindt, net als de rechtbank, dat er voldoende bewijs is in deze zaak. Dit onder meer op basis van het DNA en de betrouwbare verklaringen van de vrouw in 2002 en 2019. Daarnaast bevreemdt het de AG dat de verdachte verschillend verklaart over of er al dan niet sprake is geweest van een aanrijding.
Geen openheid
Nooit heeft de verdachte openheid van zaken willen geven. Ook heeft hij volgens de AG nooit spijt of berouw getoond. “Hij heeft op brute wijze misbruik gemaakt van een nog heel jonge vrouw. Zeventien jaar is verdachte onder de radar gebleven. Hij heeft niks anders gedaan dan zijn mond houden en verder geleefd alsof er niets aan de hand was.”
Het gerechtshof in Den Bosch doet over twee weken uitspraak.