Celstraf geëist om schieten op agenten Paterswolde

Uit het niets werden ze beschoten, twee politiemannen die 3 januari van dit jaar om 3 uur ’s nachts afkwamen op een melding huiselijk geweld in het Drentse plaatsje Paterswolde. Een vrouw die verbleef in een woning aan de Hayo Hindriksweg had de meldkamer gebeld dat ze was geslagen door de verdachte, die onder invloed van drank en drugs was, en dreigde ‘iemand dood te schieten’.

Dat was geen loos dreigement, zo bleek.

“Hij kwam schietend de bocht om en bleef toen in mijn herinnering staan. Ik schreeuwde iets in de trant van ‘Doe het niet, ik wil niet dood!’. Ik wendde mijn gezicht af en deed mijn linkerarm, waar ik de zaklamp in had, voor mijn hoofd om mijn gezicht te beschermen. (…) Je denkt ‘ik ga er nu aan’”, verklaarde een van de beschoten agenten nadien bij de rechter-commissaris.

Celstraf

Tegen de 28-jarige schutter zonder vaste woon- of verblijfplaats heeft het Openbaar Ministerie zojuist bij de rechtbank in Assen zes jaar gevangenisstraf geëist wegens poging tot doodslag op de twee agenten en bezit van wapens en munitie.

In de nacht van 2 op 3 januari kwam bij de meldkamer een melding binnen van een vrouw die vertelde dat haar partner haar had geslagen en dat hij haar dood zou maken. Hij zou mogelijk de beschikking hebben over een wapen.

De meldkamer stuurde een auto naar het adres in Paterswolde, maar ondertussen belde de meldster weer naar de meldkamer dat de politie niet meer hoefde te komen omdat haar partner de woning inmiddels had verlaten. Om te checken of alles echt wel goed  met haar ging, besloot de politie toch wel gewoon ter plaatse te gaan.

Mondingsvuur

In de woning spraken de agenten circa een kwartiertje met de meldster, de verdachte was toen inderdaad al uit huis. De agenten hadden echter een raar gevoel bij de situatie en besloten nog even rond de woning te kijken voordat ze zouden vertrekken.

Met zaklampen liepen ze rond, totdat ze in een smalle brandgang ineens vuurstoten – mondingsvuur uit de loop van een vuurwapen – zagen. Een van de agenten kon terug schieten terwijl ze zich terug trokken. Na het inroepen van versterking kon de schutter worden aangehouden.

Meerdere vuurwapens

De schutter vertelde bij zijn aanhouding waar hij een vuurwapen en een mes had weggegooid. Een aangetroffen kogel bleek echter niet met dit vuurwapen verschoten.

Al in een vroeg stadium van het onderzoek bestond bij het onderzoeksteam het vermoeden dat er mogelijk meerdere vuurwapens in het spel waren. Zo werden in de woning naast diverse soorten munitie immers meerdere sledes van wapens aangetroffen alsmede een koffertje met materiaal om vuurwapens schoon te maken. Ook had de mishandelde bewoonster telefonisch tegen een kennis gezegd dat de verdachte – nadat zij die avond de politie had gebeld – naar buiten was gegaan met drie geladen pistolen.

Poging tot doodslag

In de loop van het onderzoek zijn ook drie vuurwapens aangetroffen. Het eerste dus direct bij zijn aanhouding. Nummer twee werd gevonden op een plat dak bij het schoonmaken van het dak en de dakgoten. De aangetroffen kogel kwam niet uit deze twee wapens, waarschijnlijk wel uit een derde wapen dat maanden later in het hoge gras werd gevonden.

Na wekenlang zich te hebben beroepen op zijn zwijgrecht, verklaarde de verdachte uiteindelijk dat hij ruzie had gehad met de bewoonster en was gevlucht omdat hij nog een celstraf open had staan. Ook verklaarde hij te hebben geschoten omdat ‘mensen hem iets wilden aandoen’. Hij zou zijn wapen om het hoekje hebben afgevuurd zonder zicht wie in de smalle brandgang liepen.

“Het blind om een hoek schieten, van een korte afstand in de richting van een of meer personen – waarbij de kogel dwars door de steeg is gevlogen – levert een poging doodslag op”, aldus de officier op zitting.

Blind om hoekje schieten

“Verdachte zegt dat hij bang was om te worden geliquideerd. Maar hij vertelt niet waarom die dreiging bestaat, waar die dreiging uit bestaat of van wie die afkomstig is. Sowieso wil verdachte niks verklaren over de omstandigheden waar hij in verkeerde op dat moment: hoe kwam hij bijvoorbeeld in die woning terecht? Hoe lang zat hij al in die woning? Wat deed hij eigenlijk in die woning?", aldus de officier in haar requisitoir.

"Of had de dreiging te maken met de goederen die in de schuur van de woning zijn aangetroffen, te weten resten amfetamineolie en allerlei goederen om dit mee te produceren? Was verdachte bang om geript te worden? Wie zal het zeggen? Verdachte in ieder geval niet.”

'Verdachte koos zelf voor de aanval'

“En waarom wacht verdachte – nadat hij lichten van de zaklampen in de tuin ziet – volgens zijn eigen verklaring een paar minuten en gebruikt hij die tijd om zijn wapen te laden? Waarom kiest hij er niet voor om weg te lopen – dat had immers makkelijk gekund in die brandgang die achter de woningen langs liep. Nee, hij kiest ervoor om te wachten en zich te verschansen achter een schuur en vervolgens blind om de hoek te schieten. Verdachte koos daarmee zelf voor de aanval, terwijl daarvoor op dat moment géén concrete aanleiding en reden bestond. Verdachte verklaart zelf niet te weten wie op hem af kwamen en ook niet te hebben gezien op wie hij schoot; als je gewoon blind schiet dan kun je je nooit verschuilen achter het argument dat je niet wist dat je op de politie schoot.”

Glock vuurwapen

Volgens de officier had de verdachte mogelijk al langere tijd de beschikking over vuurwapens. Ruim een maand voor het incident in Paterswolde kreeg de politie informatie dat hij verbleef op een camping in Lathum en in bezit was van een Glock vuurwapen, waarmee hij zou hebben geschoten. In een chalet dat de verdachte huurde vond de politie een ingeslagen kogel in een keukenkastje. Ook zou hij al maanden eerder hebben gezegd dat hij ‘op de politie zou schieten als ze hem kwamen halen’.

Heftig

De officier: “Geweld tegen mensen met een publieke taak is wel het laatste waar we in deze huidige samenleving op zitten te wachten. Als samenleving hebben wij medewerkers die de vitale beroepen uitoefenen hard nodig om orde, rust en veiligheid in onze samenleving te behouden. Beide verbalisanten hebben doodsangsten uitgestaan en hebben enige tijd niet normaal kunnen functioneren. Beide verbalisanten hebben aan hun vordering benadeelde partij een heel persoonlijk verhaal toegevoegd over wat hen is overkomen. Daaruit blijkt heel duidelijk hoe heftig het is geweest om vanuit het niets te worden beschoten. En ook hoe heftig het is geweest om dit aan het gezin, familie en vrienden te moeten vertellen. Dit alles kan verdachte zwaar worden aangerekend. Dit soort feiten verdient een jarenlange gevangenisstraf.”