Voorman Nederland in Opstand veroordeeld
De vrijheid van betoging en meningsuiting zijn belangrijke waarden in onze democratische samenleving. Meningen mogen choqueren, kwetsen of verontrusten, zo zei de officier van justitie vandaag in de rechtszaal, maar de grens ligt bij uitingen die aanzetten tot haat, geweld of discriminatie. Daar ging het vandaag om in de rechtszaak tegen de voorman van Nederland in Opstand. Hij riep op tot en nam deel aan een betoging die door de burgemeester verboden was. Bovendien maakte hij zich schuldig aan belediging en bedreiging van de voormalige burgemeester van Utrecht en opruiing. Hij werd hiervoor vandaag veroordeeld tot 120 uur taakstraf en een boete van 390 euro.
De verdachte had op 22 juni aangegeven dat hij voornemens was op 4 juli een demonstratie te organiseren op het Jaarbeursplein in Utrecht met zo’n 1500 demonstranten. Hierover zijn gesprekken gevoerd met de gemeente. Op basis van signalen dat relschoppers zich in de demonstratie van 4 juli wilden mengen en zo een gewelddadige confrontatie met de politie wilden zoeken, werd besloten dat de demonstratie op 4 juli geen doorgang kon vinden. Dit om de volksgezondheid te beschermen en wanordelijkheden te voorkomen. Desondanks riep de voorman van Nederland in Opstand zijn volgers op om op 4 juli in Park Oog in Al te demonstreren, wat ook gebeurde. De verdachte was daar ook aanwezig.
Eerder wilde de verdachte een demonstratie organiseren op 21 juni. Ook deze demonstratie werd verboden. Bij de overhandiging van deze beslissing op 19 juni beledigde en bedreigde de verdachte de toenmalige burgemeester van Utrecht ernstig; hij legde dit vast op facebook. “De verdachte beroept zich op zijn vrijheid van meningsuiting, maar dat reikt niet zover dat dergelijke intrinsiek beledigende woorden geuit mogen worden, zeker niet aan het adres van iemand met een publieke taak zoals de burgemeester”, aldus de officier van justitie. Naast belediging en bedreiging, heeft de verdachte zich ook schuldig gemaakt aan strafbare opruiing. Door zijn bedreiging – ‘een baksteen in de nek van Van Zanen’- onder zijn volgers te verspreiden, heeft hij hen opgeruid tot gewelddadig gedrag jegens het openbaar gezag.
De officier eiste naast een taakstraf en een boete een voorwaardelijke celstraf om te voorkomen dat de verdachte in de nabije toekomst de grenzen van het toelaatbare overschrijdt. De politierechter vond de feiten bewezen maar vond een voorwaardelijke celstraf niet geboden. Ze veroordeelde de verdachte tot een taakstraf van 120 uur voor de misdrijven, en een boete van 390 euro voor de overtreding.