Met bivakmutsen op overvielen twee jongens een Haagse snackbar

De officier van justitie eiste vandaag veertien maanden cel (waarvan vier maanden voorwaardelijk) tegen een 21- jarige Hagenaar voor onder meer de overval op een snackbar aan de Noorderbeekdwarsstraat.

Op dinsdag 11 februari 2020 om 18:45 uur komen twee jongens met bivakmutsen de snackbar binnen gelopen. Zij bedreigen het personeel met een vuurwapen en nemen een geldbedrag van ongeveer tweehonderd euro uit de kassa weg. De daders vluchten op een donkerblauwe scooter.

Een dag later, op woensdag 12 februari 2020, krijgt de politie de melding dat twee jongens in dezelfde buurt gezien zijn met bivakmutsen op een blauwe scooter. De politie komt ter plaatse en na controle blijkt dat de scooter van diefstal afkomstig is. Hierna worden de jongens aangehouden. De bivakmutsen waar melding van werd gemaakt, zijn echter nergens te bekennen.

Bivakmuts

Op donderdag 13 februari 2020 wordt door een omstander een vuurwapen en een bivakmuts gevonden bij een boom. Dit op nog geen tien meter afstand van de plek waar de verdachten op de blauwe scooter zijn aangehouden. De politie stelt de gevonden sporen veilig en gaat verder met de opsporing.

Op camerabeelden van de overval wordt de 21-jarige Hagenaar, die op woensdag bij de blauwe scooter is aangehouden, herkent als degene die de overval heeft gepleegd. Ook de blauwe scooter vertoont veel overeenkomsten met de scooter die is gebruikt tijdens de overval. De verdachte bekent bij zijn verhoor de overval, maar ontkent de heling van de scooter.

Geen meeloper

De officier van justitie stelt dat duidelijk is dat de Hagenaar de diefstal met geweld in vereniging heeft gepleegd op de snackbar. Ze is er ook van overtuigd dat verdachte geen ‘meeloper’ is (zoals hij zelf aangeeft). Maar dat bij hem het initiatief lag en hij er juist goed over had nagedacht. Dit blijkt ook uit eerder verstuurde WhatsApp berichten, de bivakmuts die verdachte droeg en het wapen dat verdachte een dag na de overval nog bij zich had.

Ook bij de overval is er een duidelijke rolverdeling zichtbaar. De ene verdachte richt het wapen op het personeel van de snackbar en de medeverdachte springt over de toonbank en pakt het geld. De heling van de scooter kan volgens de officier van justitie ook wettig en overtuigend bewezen worden. Het contactslot aan de scooter ontbrak en het kenteken was met tape aan de scooter geplakt. Daarmee was het voor de verdachte voldoende duidelijk dat de scooter van diefstal afkomstig was.

Jeugdstrafrecht

De officier van justitie hield bij haar eis wel rekening met de persoon van verdachte en heeft daarom verzocht om toepassing van het jeugdstrafrecht. Zij vroeg de rechtbank veertien maanden cel (waarvan vier maanden voorwaardelijk) op te leggen. Om verdachte inzicht te geven in wat de eis zou zijn in het volwassenstrafrecht, hield ze hem voor dat dit dan vier jaar cel zou betekenen. Verdachte heeft spijt en geeft aan schoon schip te willen maken. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.

De medeverdachte van de overval is in het opsporingsonderzoek niet geïdentificeerd.