OM eist 40 maanden tegen verdachte die geld verborg voor veroordeelde douanier
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank Rotterdam 40 maanden gevangenisstraf geëist tegen een 51-jarige man uit Dieren. Het OM verwijt hem het medeplegen van omkoping van een ambtenaar en het witwassen van de inkomsten daaruit, door het verbergen van 670.000 euro voor een corrupte douanier uit de Rotterdamse haven.
Boodschappentas met geld
De corrupte douanier heeft zich laten betalen door de criminelen voor wie hij hand- en spandiensten verrichtte. “Die winstdeling ging natuurlijk niet netjes via een bankrekening. Nee, dat wordt overgedragen in grote boodschappentassen met bundels geld,” zei de officier. Uit het onderzoek komt naar voren dat de corrupte douanier het geld onderbracht bij de 51-jarige verdachte, die hij vertrouwde. De 51-jarige man zou de tassen met geld hebben ontvangen in de omgeving van de bloemenveiling waar hij werkte. Hij verborg de tassen met daarin 670.000 euro in de woning van zijn gezin. Uit het onderzoek blijkt dat de corrupte douanier eens in de zoveel tijd, geld kwam ophalen. Bij de doorzoeking in oktober 2015 werden tassen met daarin nog 595.860 euro in beslag genomen in een wasmand op zolder.
Ernstige feiten
Door dat bedrag van 670.000 euro van criminelen aan te nemen heeft de 51-jarige man zich volgens het OM schuldig gemaakt aan corruptie tezamen in vereniging gepleegd met de douanier. Ook zou hij door het geld te verbergen zich hebben bezig gehouden met het opzettelijk witwassen van een zeer groot geldbedrag. “Het verbergen van het geld was de rol van de 51-jarige man in zijn vriendenclub. In ruil voor het bewaren mocht hij geld uit de tassen gebruiken.” Hij heeft hiermee zijn gezin in gevaar gebracht. En dat niet alleen. Het gaat om ernstige feiten, zei de officier op zitting: “Corruptie in enge zin, de omkoping zelf, is een onderdeel van corruptie in ruime zin: machtsbederf. Het belang van strafbaarstelling van het ambtsmisdrijf van (passieve)omkoping ligt in de bescherming van het publieke vertrouwen dat overheidsbeslissingen objectief en zakelijk worden genomen.”
Op 10 en 11 juni komen nog twee medeverdachten op zitting. De rechtbank zal daarna bekend maken wanneer zij uitspraak doet.