Celstraf en werkstraf voor spugers
De officier van justitie heeft vandaag tijdens een snelrechtzitting in Utrecht een celstraf en een werkstraf geëist tegen twee verdachten voor het bespugen van anderen. De een betrof een vrouw uit Utrecht die zei besmet te zijn met het coronavirus en een agent bij haar insluiting in het gezicht spuugde. De ander betrof een man uit Lelystad die na sluitingstijd boodschappen wilde doen en de bedrijfsleider van de supermarkt in het gezicht en op de kleding spuugde toen hem gezegd werd dat hij de winkel moest verlaten.
De 49-jarige vrouw uit Utrecht was op woensdag 18 maart aan het eind van de dag aangehouden nadat ze een agent meermalen had geprobeerd aan te vallen. De agenten waren naar haar woning gekomen na een melding van de medebewoner van de flat aan de Utrechtse Ossewagendreef dat hij door de vrouw was buitengesloten. Omdat de vrouw bij haar moeder had aangegeven ‘het niet meer te zien zitten’ en op dat moment niet reageerde, werd uit bezorgdheid besloten de deur te laten openmaken door een slotenmaker. De vrouw was thuis en onder invloed van alcohol. De agenten probeerden te bemiddelen tussen de beide bewoners, waarop de vrouw een van de agenten een paar keer naar de keel vloog en daarbij zei ‘ik maak je af’. Hierop werd ze aangehouden. Op het bureau riep de vrouw dat ze corona had en spuugde in de richting van de agenten. Bij de insluiting slaagde de vrouw erin een van de agenten in het gezicht te spugen. Daardoor is de agent nu geïsoleerd en kan geen contact meer hebben met haar partner, kinderen en ouders in de risicogroep.
De 28-jarige man uit Lelystad wilde op woensdagavond 18 maart boodschappen doen bij een supermarkt net nadat de winkel was gesloten. Hij was door de uitgang naar binnen gegaan. Toen de bedrijfsleider hem zei dat de winkel gesloten was, pakte hij toch boodschappen. Toen de bedrijfsleider dit afpakte en zei dat hij weg moest gaan, spuugde hij bij de uitgang de bedrijfsleider op zijn kleren en in zijn gezicht. Deze voelde zich boos en smerig, en was bang besmet te zijn.
Het Openbaar Ministerie besloot deze zaken aan te brengen op een supersnelrechtzitting van de politierechter van 20 maart. Het OM wil met deze berechting het signaal afgeven dat wie dit gedrag vertoond op een strenge en onmiddellijk reactie kan rekenen. De vrouw is twee maal bedreiging ten laste gelegd en de man mishandeling dan wel belediging. De officier hield beide verdachten voor dat dit gedrag “uiterst verwerpelijk is in deze tijd waarin de wereld in de ban is van het dodelijke virus, we afstand moeten houden en extra moeten letten op hygiëne”. Dat het handelen van de vrouw gericht was tegen een agent, nam hij haar buitengewoon kwalijk. “We zien lege straten en pleinen, maar de politie kan niet thuisblijven. Van hen wordt verwacht dat zij doorgaan met hun werk als hulpverlener waarmee ze meer dan anderen risico lopen”. Tegen de man eiste de officier van justitie een werkstraf van veertig uur en tegen de vrouw een gevangenisstraf van zes weken waarvan twee voorwaardelijk. Ook vroeg hij de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen.
De politierechter veroordeelde de man conform de eis van de officier tot 40 uur werkstraf. De vrouw werd veroordeeld tot vier weken gevangenisstraf waarvan twee weken voorwaardelijk. De vorderingen van de benadeelde partijen werden toegewezen tot 250 en 500 euro.