OM eist celstraffen tot 9 jaar en TBS in hoger beroep Oostburgse cafemoord

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen tot 9 jaar geëist tegen twee mannen uit Breskens en Zoetermeer. De mannen worden verdacht van het medeplegen van doodslag in een café in Oostburg. Naast de gevangenisstraffen eist het OM eveneens TBS met dwangverpleging. Een derde verdachte hoorde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden tegen zich eisen.

“Op vrijdag 3 maart 2017 wordt Sirwan doodgeschoten. Hij is dan 24 jaar oud. De politie treft hem aan achter de bar in het café. Het is de dag waarop een zoon, broer, neef, familielid, een vriend sterft. Het is een zwarte dag.” Met die woorden luidde de advocaat-generaal (de aanklager in hoger beroep) het requisitoir in. De ernst van het feit is helder.

Conflict

Die bewuste avond rijden de twee verdachten, in het gezelschap van drie andere personen, naar het café in Oostburg. Getuigen verklaren later dat één van de verdachten die nacht buiten het café ruzie had met het slachtoffer. Het is het OM duidelijk dat deze verdachte al enige tijd en voor de bewuste avond een conflict met het slachtoffer had. Desondanks zou de verdachte het slachtoffer die avond hebben aangesproken over een tasje dat het slachtoffer bij zich droeg. Een situatie die uitmondde in ruzie dan wel een vechtpartij. 

Schieten

Diverse aanwezigen verklaren dat de bij de vechtpartij betrokken verdachte vervolgens meermaals ‘schiet hem!’ zou hebben geroepen naar de medeverdachte uit Zoetermeer. Hierop werden meerdere schoten in het café gelost – die het slachtoffer op vitale delen van het lichaam raken. De verdachten ontkennen dat een van hen de opdracht tot schieten heeft gegeven. Het OM beschouwt die ontkenning als een leugenachtige verklaring. Wat het OM betreft staat vast dat verdachten verantwoordelijk zijn voor het medeplegen van doodslag. 

Bestuurder

De derde verdachte was op de heenreis de chauffeur en was ook in het café aanwezig. Hij heeft, in de visie van het OM, de twee andere verdachten na de schietpartij per auto weggebracht. Het OM meent dat voor deze verdachte duidelijk was dat ze betrokken waren bij de schietpartij. In ieder geval omdat één van de verdachte in een gevecht met het slachtoffer verwikkeld was op het moment van de schietpartij. 

TBS met dwangverpleging

De rechtbank veroordeelde de verdachte, die bekend heeft te hebben geschoten, en de verdachte die opdracht zou hebben gegeven tot gevangenisstraffen van zes jaar en tbs met dwangverpleging. De verdachten zijn onder meer vanwege die oplegging van tbs in hoger beroep gegaan. Deskundigen hebben in beide zaken aangegeven dat, onder meer vanwege recidiverisico, geen sprake kan zijn van TBS met een voorwaardelijk kader. Het OM oordeelt in hoger beroep dan ook dat TBS met dwangverpleging is aangewezen.

Hogere strafeis doodslag

Het OM meent in hoger beroep dat een gevangenisstraf van 6 jaar, zoals de rechtbank heeft opgelegd, onvoldoende recht doet aan de ernst van de feiten. Hoewel in juridische zin geen sprake is van moord, stelt de advocaat-generaal dat “niet gezegd kan worden dat [het slachtoffer] op het verkeerde moment op de verkeerde plek was”. “Er was een geschil, verdachten waren daarvan op de hoogte, ook dat er een wapen gebruiksklaar was. Onder die omstandigheden wordt [door een van de verdachten] de confrontatie gezocht vanwege een tasje. Verder weegt mee dat de verdachten in de visie van het OM geen verantwoordelijkheid hebben genomen voor het handelen”.


Voor de bestuurder is het OM van oordeel dat de maximale gevangenisstraf voor begunstiging (zes maanden gevangenisstraf) is aangewezen, waarvan een deel voorwaardelijk (60 dagen).