OM eist gevangenisstraf tegen feniks van faillissementen
“De hoofdverdachte is een man die van het ene in het andere faillissement is gerold. Bedrijven die hij opricht gaan snel ten gronde en vervolgens – als een feniks – materialiseert er uit de as van de vorige al weer een nieuw bedrijf.” Tegen deze 54-jarige hoofdverdachte en zijn 48-jarige mededader eiste het Openbaar Ministerie (OM) in de rechtbank Amsterdam gevangenisstraffen tot 12 maanden en een langjarig verbod om het beroep van bestuurder van een rechtspersoon uit te oefenen. Het OM verwijt de twee mannen onder andere valsheid in geschrifte, het onttrekken van geld aan een failliete rechtspersoon, het niet voeren van de vereiste administratie en het niet of onjuist inlichten van de curator. Eén van de mannen werd ook witwassen verweten.
Plof BV
De FIOD had onderzoek gedaan naar het faillissement van de onderneming. Het failliete bedrijf was gevestigd in Soesterberg en op papier adviseerde het bij bouwprojecten. Het bedrijf zou ook de bouw van chalets en appartementen onderhanden hebben gehad. Daarnaast beweerden de verdachten dat de onderneming had meegewerkt aan een aantal zeer prestigieuze bouwprojecten. De mededader was enig aandeelhouder en bestuurder van de besloten vennootschap. De hoofdverdachte was in dienst van het bedrijf als een soort manager maar feitelijk was de leiding in handen van beide mannen. Het bedrijf ging op 9 februari 2016 failliet nadat het niet eens een vol jaar had bestaan. De hoofdverdachte zou het businessplan hebben opgesteld voor het bedrijf. “Maar het mooie businessplan ten spijt wordt het bedrijf, als er inkomsten binnen komen, gewoonweg leeggeroofd,” aldus de officier op zitting. De facturen werden niet betaald en de onderneming werd leeg getrokken. Volgens de officier was het een plof BV.
Rolverdeling
De officier zag de hoofdverdachte als stabiele factor in elkaar opvolgende faillissementen: “De 54-jarige man is goed van de tongriem gesneden en weet anderen bij zijn businessplannen te betrekken.” De mededader verklaarde dat hij enerzijds verleid werd om mee te doen met de fraude. Anderzijds voelde hij zich onder druk gezet. Toch vond de officier dat de verdachten hun eigen rol en reden hadden om aan de fraude mee te doen.
Ernst van de feiten en strafmaat
Wanneer de boedel van een failliet bedrijf wordt weggesluisd, worden de schuldeisers extra benadeeld. Zonder administratie is het voor curatoren bovendien moeilijk om de belangen van schuldeisers te behartigen. Faillissementsfraude is een maatschappelijk probleem en kost de hele maatschappij veel geld. Bovendien ondermijnt faillissementsfraude het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij schade toe. Om te zorgen dat burgers en bedrijven vertrouwen kunnen hebben in het handelsverkeer is de aanpak van faillissementsfraude van groot belang. De officier eiste op zitting 12 maanden tegen de hoofdverdachte. Zijn mededader hoorde 8 maanden tegen zich eisen.