Ontneming van 1,1 miljoen euro vanwege 7000 uren niet-geleverde zorg
Het Openbaar Ministerie (OM) vorderde vandaag in de rechtbank in Rotterdam dat drie veroordeelde zorgfraudeurs gezamenlijk 1.114.421 euro betalen aan de staat. Volgens het OM verkreGEN de zoon en zijn ouders dit bedrag door te frauderen met de persoonsgebonden budgetten (PGB’s) van hun cliënten. “Aanzienlijke geldbedragen die waren bedoeld voor de zwakkeren in de samenleving, kwamen ten onrechte bij verdachten,” aldus de officier op zitting.
Urengat
De rechtbank in Rotterdam veroordeelde de drie verdachten op 8 november 2018 wegens witwassen en valsheid in geschrifte. Om te verhullen dat geen of te weinig uren zorg waren verleend aan de PGB-budgethouders werd een valse bedrijfsadministratie gevoerd. Om het gat van ruim 7000 uren op te vullen werden valse facturen opgemaakt waarop werkzaamheden stonden vermeld die nooit waren verricht. Ook werden in de bedrijfsadministratie fictieve kostenposten en leningen opgevoerd om de winst van de onderneming te drukken. Van de zakelijke bankrekening werden grote geldbedragen contant opgenomen en aan andere doeleinden dan aan zorg besteed. De hoofdverdachte, de zoon werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden plus beroepsverbod van zorgverlener en zorgbemiddelaar van zeven jaren. De rechtbank legde zijn moeder een gevangenisstraf op van 15 maanden met een beroepsverbod van zes jaar en drie maanden. Tot slot werd de vader veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uur.
Berekening
Het OM heeft aan de hand van de boekjaren 2009 t/m 2016 berekend welk deel de drie verdachten zich wederrechtelijk hebben toegeëigend. Allereerst is de totale omzet op basis van de beschikbare informatie vastgesteld. Daarna zijn de personeelskosten vastgesteld. Daarbij is het uitgangspunt het percentage aan personeelskosten dat gemiddeld genomen 70 procent van de omzet bedraagt in de thuiszorgsector. Vervolgens zijn de daadwerkelijke gemaakte personeelskosten vastgesteld op basis van de in het onderzoek beschikbare informatie. Het wederrechtelijke verkregen deel is het positieve verschil tussen de personeelskosten die passen zijn bij een vergelijkbare legale bedrijfshouding van dezelfde orde en omvang en de daadwerkelijke personeelskosten die zijn gemaakt door het bedrijf van betrokkenen. Tegen de zoon en moeder heeft het OM geëist dat ze beiden 498.000 euro aan de staat betalen. De ontnemingsvordering tegen de vader bedraagt 118.000 euro.