Verscherpte aanpak klanten van jeugdprostitutie door politie en OM
De politie en het Openbaar Ministerie (OM) maken zich grote zorgen om het grote aantal minderjarige slachtoffers van mensenhandel en seksuele uitbuiting dat zij registreren. Het gaat daarbij niet alleen om jongeren die worden gedwongen door iemand anders, maar ook om jongeren die zich zonder zich bewust te zijn van de gevolgen, zelfstandig aanbieden voor seks tegen betaling.
Vaker vervolgen
De politie en het OM hebben hun aanpak van dit probleem verscherpt. Om de minderjarigen te beschermen vervolgt het OM steeds vaker voor artikel 248b Wetboek van Strafrecht, dat ontucht met een jongere van 16 of 17 jaar oud die zich prostitueert strafbaar stelt. De wet is specifiek gericht op de bescherming van minderjarigen die zich beschikbaar stellen voor seksuele handelingen tegen betaling met een derde.
De strafrechtelijke aanpak richt zich niet alleen op pooiers. Het OM focust zich ook op andere betrokkenen bij mensenhandel met minderjarigen. Hieronder vallen dus ook klanten van minderjarigen de zich aanbieden voor seks tegen betaling. Het strafrechtelijk vervolgen heeft als doel (potentiele) klanten van minderjarige prostituees ervan te doordringen dat zij zich schuldig maken aan een ernstig strafbaar feit, dat zij schade toebrengen aan de minderjarige en dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het registreren van signalen dat er iets niet klopt.
Deze klanten geven vaak aan dat zij niet wisten dat zij te maken hadden met iemand jonger dan 18 jaar. Het gaat echter om een ernstig zedendelict; of een klant zich bewust is van het feit dat het om een minderjarige gaat, is daarbij niet van belang.
Acht maanden
Vandaag stonden bij de rechtbank in Dordrecht twee mannen op zitting die verdacht worden van seks tegen betaling met een meisje dat op dat moment nog geen 18 jaar oud was. Zij maakten zich volgens het OM schuldig aan ontucht met een minderjarige door via internet contact te zoeken met een meisje van 17 jaar dat vervolgens naar hun woning kwam voor betaalde seks. Het wordt de verdachten aangerekend dat zij geen moment hebben stilgestaan bij de gevolgen voor het slachtoffer. De officier van justitie eiste in deze zaak voor beide verdachten een gevangenisstraf van acht maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De uitspraak van de rechtbank volgt over 14 dagen.