Functioneel Parket eist tot 4,5 jaar celstraf

In een gister afgeronde strafzaak eiste het Functioneel Parket bij de rechtbank in Rotterdam celstraffen tot 4,5 jaar evenals een verbod om werkzaam te zijn in de financiële sector tegen verdachten in een fraudezaak tegen een financiële dienstverlener. De verdenking is dat door de financiële dienstverlener gelden zijn aangetrokken zonder vergunning en dat klanten hun geld, op grond van onjuiste voorstelling van zaken, ter beschikking hebben gesteld.

De cliënten van de financiële dienstverlener werden benaderd door een callcenter. Op deze manier werden cliënten geselecteerd die interesse hadden in het verlagen van hun maandelijkse lasten. Er werd vooral gezocht naar buurten en wijken waarvan men dacht dat het kennis en opleidingsniveau ten aanzien van financiële producten lager was dan gemiddeld. Ook betrof het vaak mensen op gevorderde leeftijd. De betreffende cliënten hadden vaak een persoonlijke lening, doorlopend krediet of een andere lening voor een relatief hoge rente en waren eigenaar van een woning met overwaarde. Een buitenmedewerker van de financiële dienstverlener bracht vervolgens een bezoek aan cliënten en stelde een financiële constructie voor waarbij onder andere de maandlasten zouden worden verlaagd en er kon worden gespaard in een zogenaamd ‘spaardepot’. Zo zijn minimaal 70 cliënten benaderd en is voor minimaal 4,1 miljoen euro aan gelden aangetrokken. Hiervan is minimaal 3,6 miljoen niet aan cliënten terugbetaald.

“Deze fraudezaak is ernstiger dan vele anderen fraudes die aan uw rechtbank worden gepresenteerd.

Hier is – hoe strafwaardig dat ook is – niet de overheid of een groot bedrijf opgelicht. Hier zijn gewone mensen het slachtoffer geworden van de geldzucht van de verdachten.”, aldus de officier van justitie.

De verdachten hebben volgens de officier doelbewust een bepaalde categorie slachtoffers uitgezocht. “Mensen die niet veel kennis hadden van financiële producten en over het algemeen geen mensen die in duurdere wijken woonden. Kortom mensen waarvan de verdachten inschatten dat ze hen een rad voor ogen konden draaien om hen ook nog hun laatste centen af te pakken. En waarvoor: voor de dikke auto, de mooie kleding en de dure spullen.”

De officier meent dat door de handelwijze de financiële dienstverlener niet alleen haar cliënten ernstig heeft gedupeerd maar ook het vertrouwen bij het publiek schendt met betrekking tot functioneren van de vergunning houdende partijen in de financiële sector. “Een sector die de afgelopen jaren toch al imago-schade heeft opgelopen” aldus de officier.

Op 25 februari 2015 doet de rechtbank uitspraak.