"Hey! Psssst….schatje. Kom eens even hier!”
Vandaag eiste de officier van justitie een geldboete van €190,- euro per overtreding tegen een man verdacht van straatintimidatie. De man, een 36-jarige Rotterdammer, zou zich tot tweemaal toe schuldig hebben gemaakt aan het seksueel intimideren van vrouwen op straat door hen aan te spreken en kus- en handgebaren naar ze te maken.
Straatintimidatie
Het is een bekend fenomeen: vrouwen die op straat worden nagesist of nageroepen. Uit onderzoek van de Erasmus universiteit in Rotterdam is gebleken dat het effect van dergelijk gedrag groot is, slachtoffers ervaren het gedrag als ongewenst en zelfs intimiderend. De gemeente Rotterdam heeft deze vorm van straatintimidatie daarom per 1 januari 2019 strafbaar gesteld in de APV.
Zaken
Bij het Openbaar Ministerie zijn in totaal 7 zaken binnengekomen die betrekking hebben op straatintimidatie. Daarvan staan er vandaag twee op zitting, met één verdachte. Hij wordt er van verdacht in de zomer van dit jaar verschillende dames lastig te hebben gevallen door naast ze te gaan zitten, ze meerdere malen aan te spreken en kus- en handgebaren te maken. Een derde zaak die vandaag op zitting zou staan is op verzoek van de verdediging aangehouden. Omdat er sprake is van een overtreding, worden deze zaken behandeld door de kantonrechter. In haar eis heeft de officier van justitie vandaag het landelijk uitgangspunt van €190,- gevolgd. Het OM hoopt –door deze zaken aan de kantonrechter voor te leggen- een juridische principe uitspraak van de rechter te krijgen over straatintimidatie.
Vrijheid van meningsuiting
Op zitting heeft de officier het ook nog gehad over de verhouding tussen de gedane uitspraken door de verdachte aan de ene kant en de vrijheid van meningsuiting aan de andere kant. “Uit verschillende jurisprudentie concludeert het OM dat niet alles wat je uit zomaar valt onder de vrijheid van meningsuiting, de context is bepalend,” aldus de officier op zitting.
Ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft zich uitgelaten over de reikwijdte van artikel 10 EVRM. Vertaald zegt het EHRM:
“Een aanstootgevende uitspraak kan buiten het bereik van de bescherming van de vrijheid van meningsuiting vallen indien de enige reden voor de aanstootgevende uitspraak gelegen is om te beledigen”.
In deze uitspraak vindt de officier steun voor het standpunt dat sommige uitspraken altijd buiten het bereik vallen van de vrijheid van meningsuiting omdat ze bedoeld zijn om te beledigen of te krenken. Volgens haar geldt dit ook voor de gedragingen die strafbaar zijn gesteld in de APV van de gemeente Rotterdam.