OM eist in hoger beroep maximale straf voor aanranding en verleiding minderjarige meisjes
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep opnieuw de maximale straf van 10 jaar en 243 dagen gevangenisstraf geëist tegen een 40-jarige verdachte. Dat is conform het vonnis van de rechtbank in Amsterdam van 16 maart 2017.
De rechtbank veroordeelde verdachte wegens aanranding en verleiding via de webcam van 34 minderjarige meisjes in Nederland, Noorwegen, Engeland, de Verenigde Staten en Canada. Ook veroordeelde de rechtbank verdachte voor een vorm van afpersing van een homoseksuele meerderjarige man. Daarnaast werd hij bestraft voor het vervaardigen, bezitten en verspreiden van kinderporno, oplichting, computervredebreuk en drugsbezit.
Digitale misdadiger van formaat
De aanklagers in deze zaak in hoger beroep, de advocaten-generaal, geven in hun requisitoir aan dat het onderzoek in deze zaak ernstige feiten aan het licht bracht. Maar het geeft ook een inkijk in de werkwijze van de man. “Hij leek heel rustig, maar intussen bleek hij een digitale misdadiger van formaat te zijn, die het leven van de slachtoffers totaal in zijn greep had.”
Ernstige gevolgen voor de slachtoffers
De advocaten-generaal benadrukken dat sprake is van ernstige feiten met ernstige gevolgen voor de slachtoffers. In 2017 verwoordde de rechtbank dat als volgt: “De rechtbank hecht eraan om op te merken dat de meisjes enkel en alleen slachtoffer zijn. Zij zijn door een geraffineerde en doortrapte volwassen man in de val gelokt.”
Bang
Ook zijn de advocaten-generaal ingegaan op het effect van het handelen van verdachte op de levens van de slachtoffers. “Levens van jonge meisjes en hun familieleden hebben totaal overhoop gelegen. Diverse slachtoffers hebben ons laten weten heel veel verdriet te hebben gehad. Ze hebben zich verraden gevoeld, vernederd, wanhopig.”
Zwijgen
Wat tijdens dit strafproces opvalt is het zwijgen van verdachte voor de rechtbank en voor het hof. Eén van de advocaten-generaal constateert dat hij tijdens de zitting in hoger beroep helemaal niet reageerde op de vele vragen van het hof. Verdachte gaf geen antwoord en verklaarde niets.
Aanwezigheidsplicht
Gezien de ernst van de feiten is het OM van oordeel dat verdachte zich niet kan en mag onttrekken aan de uitspraak in deze zaak. Daarom vorderen de advocaten-generaal dat het hof bepaalt dat verdachte verplicht wordt om aanwezig te zijn bij de uitspraak op 14 december 2018.