OM eist in hoger beroep werkstraffen in zaak verdrinking meisje in Rhenen
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep werkstraffen van 60 uur geëist tegen drie zweminstructeurs. Zij waren in 2015 betrokken bij de verdrinking van een 9-jarig meisje tijdens het schoolzwemmen in Rhenen. Wat het OM betreft is de verdrinking van het meisje te wijten aan het ontbreken van toezicht dat door de instructeurs had moeten worden gehouden.
Het 9-jarig meisje was als Syrische vluchteling pas kort in Nederland toen zij op 21 september 2015 deel nam aan het schoolzwemmen. Het lichaam van de leerlinge werd een kwartier na het einde van de zwemles op de bodem van het diepe bad gezien. Het meisje werd door gevonden door een bezoeker van het zwembad die baantjes wilde gaan trekken na het schoolzwemmen. Ingezette reanimatie door zwembadpersoneel en hulpdiensten mocht niet meer baten.
Verwijtbaar incident
Het OM twijfelt niet aan de goede bedoelingen van de verdachten; niemand heeft gewild dat het meisje zou verdrinken. Wel wordt verdachten verweten dat zij onderling geen duidelijke afspraken hebben gemaakt over het houden van toezicht op het meisje. Zij sprak geen Nederlands en kon nog niet zwemmen. Daarmee is anders gehandeld dan het protocol rond het schoolzwemmen voorschreef.
Duidelijk was dat er twee kinderen aanwezig waren die niet konden zwemmen. De verdachten zouden echter niet hebben uitgezocht om welke kinderen het precies ging. Bovendien verzuimden zij te bespreken hoe te voorkomen dat die kinderen tijdens het vrij-zwemmen in het diepe bad terecht zouden komen.
Daarom is er volgens het OM sprake van een verwijtbaar incident. “En we kennen allen het dramatische gevolg. Salam zal nooit meer thuiskomen. Haar ouders zullen dit onverteerbare gegeven de rest van hun leven meedragen”, aldus de advocaat-generaal. “De verdachten staan vandaag terecht. De uit te spreken straf zal hun treffen. Maar de grootste straf hebben zij allen allang gehad en zal ongetwijfeld nog steeds dagelijks door hun hoofden spoken. Het moment van dat enorme besef dat bij onze zwemles een kindje van 9 jaar jong is overleden.”
Duidelijkheid over verantwoordelijkheid
De rechtbank sprak in juni 2017 de twee schoolkrachten die bij het zwemmen aanwezig waren vrij, omdat zij door de school niet op de hoogte waren gebracht van de rondom het schoolzwemmen geldende protocollen. De drie zwemleraren werden door de rechtbank veroordeeld tot werkstraffen van 60 uur.
Het OM had werkstraffen van 120 uur geëist tegen de zwemleraren maar ging niet in hoger beroep, ook niet tegen de vrijspraak van de leerkrachten. Een overweging daarvoor was dat de zaak onder meervoor de rechter is gebracht om duidelijk te maken waar de verantwoordelijkheden voor toezicht tijdens het schoolzwemmen liggen. Die discussie heeft geleid tot hernieuwde bewustwording over het belang van naleving van de afspraken en protocollen voor veilig schoolzwemmen en het belang van specifiek toezicht op kinderen die niet kunnen zwemmen of de taal niet spreken.
Het hof doet uitspraak op 14 november 2018.