OM eist in hoger beroep 20 jaar voor dood Feyenoordsupporter

Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag heeft woensdag in hoger beroep een gevangenisstraf van 20 jaar geëist tegen een 39-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats. De man wordt ervan verdacht in 2003 de 28-jarige Rotterdamse Feyenoordsupporter Udo van Aken te hebben doodgestoken.

De zaak bleef lange tijd onopgelost, tot verdachte zich in 2016 meldde bij de politie en bekende een Feyenoordsupporter in 2003 te hebben omgebracht. De rechtbank veroordeelde de man in juli 2017 tot 18 jaar, conform de eis van de officier van justitie. De verdachte ging in hoger beroep.

Onderzoek

Uit het politie-onderzoek kan worden afgeleid dat de verdachte die bewuste nacht van 23 november 2003, naar zijn zeggen onder invloed van alcohol en drugs, op de fiets door centrum Rotterdam reed. Daar beroofde de verdachte volgens het OM met geweld kort na elkaar een drietal voorbijgangers.

Mes

In de visie van het OM is de verdachte die nacht vervolgens op de Rosestraat in Rotterdam ook Udo van Aken tegengekomen. Het slachtoffer zou verdachte slingerend op de fiets hebben zien aankomen en hem zelfs hebben gewaarschuwd. De verdachte zou hebben geprobeerd de telefoon van het slachtoffer op te eisen. Van Aken weigerde, waarop de verdachte hem meermaals met een mes zou hebben gestoken alvorens – met medeneming van de telefoon en portemonnee van Van Aken - op de vlucht te slaan. Het slachtoffer bleef alleen achter en stierf op straat.

Onzekerheid

De advocaat-generaal benoemde in zijn requisitoir het onherstelbaar leed en verdriet dat de nabestaanden en vrienden van het slachtoffer is aangedaan. Daarbij benadrukte hij het feit dat de verdachte de nabestaanden lange tijd in onzekerheid heeft gelaten over wat er nu precies die nacht is gebeurd met Udo van Aken. Ook gaf de advocaat-generaal aan dat de man in 1999 tot drie jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens een gewelddadige beroving. Het opnieuw plegen van een strafbaar feit binnen vijf jaar na een eerdere veroordeling was, onder meer, reden voor een hogere eis.

Het hof doet uitspraak op 18 juli 2018 om 13.15 uur.