Eis: tot 5 jaar gevangenisstraf voor transporten van chemicaliën

Het Landelijk Parket heeft vandaag in de rechtbank Oost-Brabant gevangenisstraffen tot 5 jaar geëist tegen een samenwerkingsverband van negen verdachten in Vogelsberg, een omvangrijk onderzoek naar meerdere bestellingen en transporten van chemicaliën voor de productie van synthetische drugs. Ook eist het OM ontnemingsvorderingen tot maximaal 1.8 miljoen euro wederrechtelijk verkregen voordeel.

De verdachten zijn mannen tussen de 28 en 62 jaar en van geboorte afkomstig uit Venlo, Arnhem, Venray, Helmond, Goirle, Roermond, Dordrecht en Vierlingsbeek.

Onderzoek

Het Landelijk Parket (OM) is eind 2015 het onderzoek Vogelsberg gestart. Op basis van onder meer rechtshulpverzoeken aan België, uitgevoerde observaties en aangetroffen drugslabs, heeft het OM in Nederland goed zicht gekregen op het handelen van de verdachten. Het OM verdenkt de negen verdachten van het, in wisselende onderlinge samenstelling, doen van diverse bestellingen en het uitvoeren van diverse transporten van chemicaliën tussen eind september 2015 en half januari 2016.

Drie van de verdachten worden verdacht van betrokkenheid bij slechts één transport, de overigen zijn volgens het OM aantoonbaar bezig geweest met meerdere transporten. De verdachte die geboren is in Vierlingsbeek en woonachtig in Overloon, is als enige geen verdachte van het mee-organiseren en uitvoeren van de transporten. Hij wordt beschouwd als facilitator, die onder meer zijn loods ter beschikking stelde en chemicaliën en hardware voor de productie van synthetische drugs opsloeg.

Bedrijfsmatige, professionele samenwerking

Volgens het OM was sprake van een uitwisselbaarheid van rollen en een nauwe onderlinge samenwerking tussen verdachten. Te denken valt aan een aansturende rol, het als chauffeur transporteren van grote hoeveelheden chemicaliën, het als facilitator regelen van loodsen of opslagboxen etc. Verdachten hebben ieder hun rol genomen in de invoer van een enorme hoeveelheid chemicaliën ten behoeve van de productie van synthetische drugs. De officier van justitie vandaag op zitting: “De omvang is bedrijfsmatig te noemen, de manier van werken zeer professioneel en waarschijnlijk uit geen enkel ander motief dan winstbejag.“

Het totale dossier van het omvangrijke onderzoek Vogelsberg omvat tien zaakdossiers over de diverse transporten van uiteenlopende chemicaliën tussen 22 september 2015 en 18 januari 2016 die aan (telkens enkele) verdachten te relateren zijn. Onder meer transporten met zoutzuur, mierenzuur, caustic soda en zwavelzuur zijn door verdachten, in wisselende onderlinge samenstelling, georganiseerd. De bestemmingen van de transporten waren onder andere Echt, Veldhoven, Veen, Eersel, Waalre, Waalwijk, Eersel, Overloon en Wijchen.

Levensbedreigende risico’s

Regelmatig worden we geconfronteerd met de risico’s van productielocaties van synthetische drugs, soms zelfs met fatale gevolgen. Meer nog zien we dumpingen van afval van de productie van synthetische drugs, met ernstige gevolgen voor het milieu en de leefomgeving van mens en dier, maar ook grote financiële gevolgen in verband met het opruimen daarvan.

Ook het gebruik van synthetische drugs is maatschappelijk zeer onwenselijk en onder omstandigheden levensbedreigend. En voor zover de synthetische drugs niet voor de Nederlandse markt bestemd zijn, levert het internationaal een zeer ongewenst beeld op.

De verdachten vervoerden de chemicaliën in gehuurde vrachtauto’s en busjes, al dan niet voorzien van valse vervoersdocumenten, zonder etiketten en andere veiligheidsmaatregelen. Levensgevaarlijk met alle risico’s van dien.

Het OM is van mening dat de straffen die in deze zaken worden opgelegd ook zo dienen te zijn ingericht dat er recht wordt gedaan aan de ernst van de feiten. Maar ook dat anderen ervan worden weerhouden op deze manier te gaan voor zelfverrijking.

Pleidooien en uitspraak

Vrijdag 23 maart is de derde zittingsdag in de zaak en staan zes pleidooien op de planning. Op 6 april is het laatste woord aan de verdachten. De rechtbank denkt op 20 april uitspraak te doen.