Celstraf en tbs geëist tegen man na gijzeling in wijkcentrum Arnhem

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft een gevangenisstraf van twee jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen een 58-jarige man uit Arnhem. De man wordt verdacht van gijzeling van vier mensen in een wijkcentrum in Arnhem op 3 mei vorig jaar. “De schok die verdachte heeft veroorzaakt wás en ís groot. Door te handelen zoals hij heeft gedaan heeft de verdachte het leven van een boel mensen flink op de kop gezet”, stelt de officier van justitie.

De gijzeling begon die dag aan het eind van de ochtend in de wijk Klarendal. De man had een voorwerp bij zich dat leek op een vuurwapen. Ook droeg hij militaire kleding en had hij iets aan dat op een bomvest leek. Tijdens de gijzeling liet hij al snel twee mensen vrij. De gijzelnemer gaf zich vervolgens iets na twee uur ’s middags over: na onderzoek bleken zowel het wapen als de bom van de man nep te zijn.

De officier van justitie spreekt van een buitengewoon ernstig strafbaar feit en acht gijzeling wettig en overtuigend bewezen. Volgens de officier is de man verminderd toerekeningsvatbaar. De verdachte is ter observatie gedwongen opgenomen in het Pieter Baan Centrum (PBC), maar heeft tot nu toe niet mee willen werken aan onderzoeken van gedragsdeskundigen. Die concluderen desondanks dat er bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Volgens hen kan de man baat hebben bij behandeling en begeleiding.

Volgens de officier is tot op heden niet gebleken dat de man enig inzicht heeft getoond in het foute van zijn handelen op 3 mei vorig jaar. Omdat de verdachte heeft geweigerd om mee te werken aan onderzoeken, is daarnaast onvoldoende inzicht gekregen in zijn stoornis en de oorsprong ervan.

In combinatie met de ernst van het feit vindt de officier van justitie daarom tbs met dwangverpleging passend. Volgens de officier is de man in lage mate toerekeningsvatbaar, waardoor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar ook op zijn plaats is.

De rechtbank in Arnhem doet op 9 maart uitspraak.