OM: geen strafrechtelijke vervolging na ongeluk windmolen
Het bedrijf dat betrokken was bij een fatale brand in een windmolen in Ooltgensplaat wordt daarvoor niet strafrechtelijk verantwoordelijk gehouden. In het onderzoek naar de brand heeft de officier van justitie geen fouten vastgesteld die het bedrijf waar de jongemannen werkten, strafrechtelijk aangerekend kunnen worden. Het OM komt op grond van het onderzoek wel tot de conclusie dat er mogelijk meer voorschriften nodig zijn voor de bouw en het onderhoud van dergelijke windturbines. Het OM heeft daarom de betrokken ministeries en de Onderzoeksraad voor de Veiligheid in kennis gesteld van de onderzoeksbevindingen.
Op 29 oktober 2013 kwamen twee jonge mannen, 19 en 21 jaar, om het leven na een brand in de cabine, de gondel, van een windmolen in Ooltgensplaat. Onder leiding van het openbaar ministerie in Rotterdam heeft zowel de politie, als het Nederlands Forensisch Instituut als de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onderzoek gedaan naar het ontstaan van de brand, en of het bedrijf en medewerkers van het bedrijf de geldende regelgeving hebben gevolgd.
Uit het onderzoek is gebleken dat de brand vermoedelijk ontstaan is door kortsluiting. Weliswaar hadden de medewerkers de elektrische spanning van een groot deel van de molen afgehaald, maar door het vallen van een stuk gereedschap kon er toch kortsluiting ontstaan. De medewerkers hebben vervolgens waarschijnlijk geprobeerd de brand te blussen, en konden daarna vermoedelijk de – nauwe – vluchtweg niet meer bereiken.
De officier concludeert dat niet is gebleken van strafrechtelijke overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet of –besluit. Ook kan het bedrijf geen dood door schuld verweten worden. De Inspectie SZW onderzoekt nog of het bedrijf zich bestuursrechtelijk moet verantwoorden.
De officier heeft inmiddels in een gesprek met de nabestaanden de conclusies bekendgemaakt.