Eis zestien jaar cel voor moord in flat Kikkenstein

Tegen een 25-jarige man uit Amsterdam heeft de officier van justitie vandaag zestien jaar cel geëist wegens het medeplegen en uitlokken van de moord op een 29-jarige plaatsgenoot . Het 29-jarige slachtoffer kwam in mei 2016 om het leven. Het OM verdenkt de 25-jarige man ervan het slachtoffer in de nacht van 8 op 9 mei naar de flat te hebben gelokt waar even later de moord plaatsvond.

Het incident speelde zich af op een galerij van de flat Kikkenstein in Amsterdam Zuidoost. Het OM gaat ervan uit dat de moord een afrekening betrof - de officier typeerde het in zijn requisitoir als ‘een koelbloedige liquidatie’- maar het motief voor de moord is niet duidelijk geworden. Op camerabeelden is duidelijk te zien dat de schutter precies wist wanneer het slachtoffer op de bewuste plek zou verschijnen. Dat kon alleen als hij tevoren hele concrete informatie had gekregen. De officier heeft in zijn requisitoir uiteengezet dat de verdachte die vandaag voor de rechter stond, degene moet zijn geweest die ‘het slachtoffer in de richting van flat Kikkenstein heeft gedirigeerd’. Dat wordt duidelijk uit de telefoongegevens: met de telefoon van verdachte is in de uren voorafgaande aan de moord contact geweest met het slachtoffer.

Behalve van uitlokking wordt de 25-jarige man ook van medeplegen moord verdacht. De officier daarover in zijn requisitoir: “De verdachte speelt een cruciale rol in de omstandigheden die hebben geleid tot het doodschieten van het slachtoffer: zonder het naar de plaats delict dirigeren zou het slachtoffer niet naar de plek zijn gekomen waar hij werd opgewacht door de schutter, die zich al enige tijd gewapend ophield in de gang waar het slachtoffer op af liep. Er was dus een zeer nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de schutter, waardoor de schutter zijn daad kon uitvoeren. Ook is er sprake van voorbedachte raad: uit vele naar het slachtoffer verstuurde berichten blijkt dat verdachte zich heeft beraden op zijn voorgenomen besluit om, in nauwe samenwerking met de schutter, het slachtoffer van het leven te beroven.”

Uit het politieonderzoek is vooralsnog niet duidelijk geworden wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het daadwerkelijk doodschieten van het slachtoffer.