OM eist in hoger beroep drie jaar cel tegen Haagse ‘borstendokter’
De advocaten-generaal (OM) in Den Haag eisten vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, tegen een 57-jarige arts uit Vlaardingen. De man wordt verdacht van mishandeling van zijn patiënten met zwaar lichamelijk tot gevolg. Het OM eiste ook als bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende een proeftijd van twee jaar geen medische handelingen mag verrichten in Nederland en het buitenland.
Het leed van de slachtoffers vormt voor het OM een bijzonder belangrijke drijfveer voor het vervolgen van verdachte en voor het instellen van het hoger beroep. De rechtbank sprak de verdachte in 2014 vrij. In de visie van het OM kan het handelen van de verdachte, gelet op het leed dat de slachtoffers is aangedaan, niet onbestraft blijven. Ook het vertrouwen in de gezondheidszorg is in deze zaak in het geding. Om die redenen ging het OM na de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep.
Het OM wijst het hof erop dat de handelingen van verdachte als schokkend, weerzinwekkend en zelfs extreem kunnen worden gezien wanneer deze worden afgezet tegen de professionele standaard van de medische wetenschap en praktijk zoals we die in Nederland kennen.
Cosmetische ingrepen
De verdachte, een voormalig gynaecoloog, opereerde vanaf 1 mei 2008 tot en met 27 juni 2009 circa drie keer per week in zijn kliniek in Den Haag meerdere patiënten. Zij lieten borstvergrotingen en andere cosmetische ingrepen door de verdachte uitvoeren. Ruim een jaar na de opening van de kliniek werd deze na een bezoek van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) gesloten. Er waren bij de IGZ meerdere meldingen van diverse plastisch chirurgen binnengekomen van ernstige wondinfecties en mogelijk verkeerd uitgevoerde operaties in de kliniek van de verdachte. Het Openbaar Ministerie startte een onderzoek en deed in de media een oproep aan benadeelde patiënten van de man om zich te melden. In totaal kwamen er 121 meldingen binnen. Uiteindelijk is het onderzoek op basis van tien representatieve aangiften voortgezet.
Tuchtrechter
In de tussentijd daagde de IGZ de man voor de tuchtrechter. De verdachte werd vervolgens door het Centraal Medisch Tuchtcollege in mei 2010 uit het artsenregister geschrapt. De verdachte moest zich nadien ook voor de strafrechter verantwoorden, mede gelet op het grote aantal slachtoffers met ernstig letsel in de zaak en de maatschappelijke onrust die de zaak teweeg heeft gebracht.
Niet gehandeld als een goed hulpverlener
Het OM is van mening dat de man fouten heeft gemaakt en niet voldaan heeft aan het wettelijk vereiste van het goed hulpverlenerschap. De kliniek van de verdachte voldeed niet aan de in Nederland daaraan gestelde eisen. Zo was de operatiekamer ongeschikt en volgde de verdachte de regels rond hygiëne, desinfectie en infectiepreventie niet of onvoldoende. Ook verwijt het OM de man dat hij zijn patiënten niet goed informeerde over onder andere de risico’s van de behandeling, dat hij zich voordeed als plastisch chirurg terwijl hij dat niet was en is en dat hij geen goed preoperatief (lichamelijk) onderzoek deed. Tot slot bracht hij met een ondeugdelijk apparaat implantaten in en verleende hij onvoldoende nazorg.
Ernst van de feiten
De gevolgen voor slachtoffers zijn groot: de patiënten zijn verminkt en ondervinden jaren na de operatie nog steeds last. De meeste slachtoffers hebben blijvend letsel overgehouden aan de ingrepen. Het OM rekent het verdachte zwaar aan de grote verantwoordelijkheid die bij het uitvoeren van zijn beroep komt kijken te hebben verloochend. Het belang van de patiënten had voorop moeten staan. De verdachte, die niet erkent dat hij fouten heeft gemaakt, heeft bovendien na schrapping uit het BIG-register geprobeerd in het buitenland zijn werk voort te zetten. In de visie van het OM is een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan 1 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd geen medische handelingen zal verrichten in binnen- en buitenland.