OM eist 22 jaar en 9 jaar gevangenisstraf voor liquidatie Tommie van der B.
“Moord is één van de ernstigste misdrijven uit het Wetboek van Strafrecht, zo niet het ernstigste. En Tommie van der B. wérd vermoord. Hij werd door de schutter opgewacht en die joeg hem doelgericht van dichtbij een kogel door zijn lijf. Overduidelijk was alles erop gericht om Tommie van der B. kansloos te laten, hij móest dood. Moord dus en daarbij past niets anders dan een jarenlange gevangenisstraf.”
Zo startte vandaag de officier van justitie van het Openbaar Ministerie Oost-Brabant de strafmotivering tijdens de tweede zittingsdag van het proces van de liquidatie van Tommie van der B. bij het Van der Valk hotel in Eindhoven op 13 april 2015.
Tegen de hoofdverdachte, de 45-jarige man uit Eindhoven, eist het Openbaar Ministerie 22 jaar gevangenisstraf voor de moord op Tommie van der B. De 39-jarige vrouw uit Eindhoven wordt verdacht van medeplichtigheid aan de moord en daarvoor eist het OM 9 jaar gevangenisstraf.
De hoofdverdachte wordt er verder van verdacht dat hij ongeveer een jaar eerder samen met anderen Tommie van der B. zo fors heeft toegetakeld met onder andere een ijzeren staaf, dat dat als een poging doodslag bestempeld dient te worden.
Onderzoek
Maandag 13 april 2015 omstreeks 1:00 uur komen er verschillende meldingen via 112 binnen over een schietincident bij het Van der Valk hotel in Eindhoven. Er blijkt een man doodgeschoten te zijn op het moment dat hij stil staat voor de slagboom van de parkeerplaats van het hotel. 7 kogelhulzen liggen verspreid rondom de auto.
Op camerabeelden van het hotel is te zien dat Tommie van der B. wordt opgewacht door de schutter, die hem doelgericht van dichtbij een kogel door zijn lijf jaagt. Hij overlijdt al snel aan de gevolgen daarvan.
Het slachtoffer was geen onbekende van de politie en crimineel actief, hij werd in verband gebracht met de handel in chemische middelen voor de productie van synthetische drugs. Door zijn levensstijl had Tommie van der B. verschillende personen die een motief konden hebben voor de liquidatie.
Verdachten
Aan de hand van diverse technische gegevens, zoals kentekenregistraties, telefoongegevens en een DNA-spoor op een huls, komen de twee verdachten, die het OM beschouwt als schutter en tipgever, in beeld. De politie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar hun onderlinge contacten en hun verblijflocaties op de dagen voor en tijdens de moord. Op grond hiervan heeft de politie kunnen vaststellen dat er voorverkenningen hebben plaatsgevonden en dat de verdachten de avond vóór de moord vermoedelijk al het plan hadden om Tommie van der B. te doden.
Verder blijkt uit de telefoongegevens dat de 39-jarige vrouw de avond van de liquidatie in de directe nabijheid was van het slachtoffer en dat zij een sms stuurde naar de telefoon van de schutter, toen Tommie van der B. het café verliet waar hij die avond verbleef. Hij reed toen letterlijk zijn dood tegemoet.
Een ander feit dat opviel, is dat de telefoon van de schutter en die van de tipgever voorgoed verdwenen uit het Nederlandse telefonienetwerk, minuten na de liquidatie.
Motief
Tot op de dag van de zitting hebben de verdachten zich op hun zwijgrecht beroepen. Ook op zitting kwam er geen bevredigende verklaring. Het exacte motief is hierdoor onduidelijk gebleven, al lijken de relaties die zij onderling hadden een rol te hebben gespeeld.
“Hij moest dood. Tot op de dag van vandaag hebben zij geen spoor van berouw getoond,” aldus de officier van justitie. “Wij hebben het hier over de zwaarste vorm van eigenrichting, de 45-jarige man verdient het volle pond.” Over de rol van de 39-jarige vrouw vervolgt de officier; “Dat ze problemen had met Tommie van der B. is op geen enkel moment gebleken. Ondanks dat heeft zij welbewust meegewerkt aan het plannen en uitvoeren van de moord. Zij is zich ten volle bewust geweest van wat er ging komen en heeft niet geprobeerd de schutter op andere gedachten te brengen. Deze rol neem ik haar zeer kwalijk,” aldus de officier van justitie.
De rechtbank doet 5 december 2017 uitspraak.