OM tevreden met gevangenisstraffen voor vrouwenhandel Zandpad
De rechtbank Midden-Nederland heeft vandaag vier Bulgaren (tussen 28 en 32 jaar) veroordeeld tot gevangenisstraffen van 23 tot 64 maanden voor mensenhandel. De mannen stonden terecht omdat zij in de periode van 2011 tot 2013 jonge vrouwen uit Bulgarije te werk hebben gesteld in de prostitutie aan het Zandpad in Utrecht.
Het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie (OM) is tevreden dat ook de rechtbank oordeelt dat de feiten zo ernstig zijn dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur passend en geboden is. De officier van justitie eiste op 21 september jl. gevangenisstraffen van 8, 6, 4 en 3 jaar.
Gevangenisstraffen
De 30-jarige hoofdverdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het uitbuiten van zes vrouwen. Hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 64 maanden. Een 32-jarige Bulgaar is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 53 maanden. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan het uitbuiten van drie vrouwen. Deze man geniet in Bulgarije een zekere bekendheid vanwege zijn deelname aan de Bulgaarse variant van de televisieshow Big Brother. De jongste verdachte, 28 jaar, had een sturende rol vanuit Duitsland. Hij is veroordeeld tot een celstraf van 43 maanden. De vierde verdachte, een 29-jarige Bulgaar, heeft een gevangenisstraf van 23 maanden opgelegd gekregen.
Gedwongen prostitutie
De Bulgaarse vrouwen werden gedwongen om in de prostitutie te werken. Uren achtereen werden de vrouwen te werk gesteld. De verdachten bepaalden hoeveel klanten de vrouwen moesten afwerken. Wanneer de vrouwen naar huis wilden, werd er gedreigd met geweld. Uit afgeluisterde gesprekken is naar voren gekomen dat de verdachten financieel profiteerden van de opbrengsten van de vrouwen. Zij bekommerden zich niet om het welzijn van de jonge vrouwen.
Dreiging en intimidatie
In lijn met hoe het OM oordeelt, is volgens de rechtbank sprake van gedwongen prostitutie, dreiging en intimidatie: “De manier hoe de mannen tegen de slachtoffers spraken was commanderend, intimiderend, dreigend en beledigend”, zo onderbouwde de rechtbank de strafmaat. “Zij bekommerden zich niet om het welzijn van de vrouwen en hebben een forse inbreuk gemaakt op hun vrijheid en waardigheid.”
Tijdens het onderzoek door de Koninklijke Marechaussee bleek volgens het OM ook hoezeer dreiging en intimidatie jegens de slachtoffers de boventoon voerden. De vrouwen ontkenden slachtoffer te zijn van mensenhandel en verklaarden in een aantal gevallen zelfs de mannen niet te kennen. De verdachten daarentegen verklaarden wel degelijk bekend te zijn met de betreffende vrouwen en stelden zelfs met sommige vrouwen een relatie te hebben gehad.