Eis: taakstraf en rijontzegging na dodelijk ongeval Harbrinkhoek
Een taakstraf van 240 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor één jaar. Deze eis hoorde een 20-jarige inwoonster van de gemeente Tubbergen vandaag tegen zich eisen voor de rechtbank in Almelo. De vrouw veroorzaakte op 31 december 2015 een verkeersongeval in Harbrinkhoek, waarbij een inzittende van de auto die zij bestuurde om het leven kwam.
De vrouw was die oudejaarsdag na een middag carbidschieten met vriendinnen op weg naar huis. De groep reed in twee auto’s. Op de Noordergraafsingel in Harbrinkhoek besluit de vrouw de auto van haar vriendin die voor haar rijdt, in te halen. Ook het voertuig vóór haar vriendin haalt ze in. Volgens verschillende getuigen heeft ze dit gedaan, terwijl er al een tegenligger in zicht was. De vrouw zegt zelf geen tegenligger gezien te hebben.
Voor deze inhaalmanoeuvre moet de automobiliste haar snelheid flink verhogen. Bij het terugkeren naar de rechter weghelft komt de auto met de wielen in de berm. De vrouw maakt een stuurcorrectie, maar de auto komt uiteindelijk tegen een boom tot stilstand. Een 18-jarige inzittende komt om het leven, de bestuurster en een tweede inzittende raken gewond. Uit onderzoek naar de boordcomputer is gebleken dat de auto vermoedelijk met 83 kilometer per uur tegen de boom is gebotst.
De officier van justitie benadrukte in zijn requisitoir dat niet ieder dodelijk ongeval tot een strafzaak bij de meervoudige strafkamer leidt. Om tot vervolging te komen, moet er sprake zijn van schuld in juridische zin: ‘Dit is iets anders dan schuld in het normale spraakgebruik. In het verkeersstrafrecht ligt de drempel om te kunnen spreken van schuld hoger. De verdachte moet méér te verwijten zijn dan ‘slechts’ één enkel moment van onoplettendheid of één kleine verkeersfout’, aldus de officier van justitie.
In het verkeersstrafrecht worden bovendien drie gradaties van schuld gehanteerd; aanmerkelijke schuld, grove schuld en roekeloosheid. Het OM is van mening dat hier sprake is van de lichtste vorm, de aanmerkelijke schuld. ‘De vrouw heeft grote risico’s genomen en aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gereden’, aldus de officier van justitie.
De officier gaf aan dat geen enkele straf het grote onrecht en het zware verlies voor de nabestaanden kan vergelden. De straf dient vooral als signaal naar andere weggebruikers en moet de verdachte ervan doordringen dat zij een ernstige fout heeft gemaakt.
Alles afwegende vindt de officier van justitie een taakstraf van 240 uur en ontzegging van de rijbevoegdheid voor 1 jaar, passend.
De rechtbank Overijssel, locatie Almelo, doet op 26 juli uitspraak.