In hoger beroep 36 maanden cel geëist voor aanrijding politievoertuig
De advocaat-generaal (OM) in Arnhem eiste vandaag een gevangenisstraf van 36 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier jaar tegen een 50-jarige man uit Zutphen. De man zou op 3 mei 2016 in Arnhem een levensgevaarlijke situatie hebben gecreëerd door met zijn auto op de vlucht te slaan na een stopteken van de politie.
Nadat de verdachte het stopteken negeerde reed hij vervolgens met zijn voertuig een voetgangersgebied in. Daar reed hij in op een stilstaande scooter: de bestuurder kon tijdig opzij springen en zodoende voorkomen dat hij zelf ook werd aangereden. Camerabeelden laten zien hoe de verdachte met zijn auto over het achterwiel van de scooter heen rijdt.
In een poging een einde te maken aan de achtervolging plaatst een andere agent zijn onopvallende dienstvoertuig dwars op de kruising van de Houtmanstraat en de Keulse Slag. De verdachte zou echter geen vaart hebben geminderd en reed vol in de flank van het dienstvoertuig, terwijl de agent nog achter het stuur zat. Na de aanrijding werd duidelijk dat de verdachte alsnog schakelde en gas gaf, in een poging om weg te komen. Verdachte zou zich vervolgens hevig hebben verzet tegen aanhouding.
Dat de vlucht op meerdere momenten voor gevaarlijke situaties heeft gezorgd blijkt, naast de aanrijding van de politieagent in zijn auto en het overrijden van een scooter, onder meer uit het feit dat de twee personen die bij verdachte in de auto zaten zich geen andere keus gelaten zagen dan uit het rijdende voertuig te springen. De verdachte zou volgens hun verklaringen niet hebben gereageerd op hun pogingen de wilde rit te staken. Aanleiding voor de achtervolging zou zijn gelegen in een koperdiefstal eerder op die avond in Duiven.
Standpunt in hoger beroep
In hoger beroep heeft de advocaat-generaal onder meer standpunt ingenomen met betrekking tot het door de verdediging aangevoerde vormverzuim. De verdediging stelt dat de politie ten tijde van de aanhouding disproportioneel geweld heeft toegepast, door gebruik te maken van pepperspray en een wapenstok. De rechtbank volgde die redenering, achtte de aanhouding onrechtmatig en hield daar rekening mee in de strafmaat in eerste aanleg. Het OM kan zich niet verenigen met dat oordeel en stelt op basis van de camerabeelden en gelet op de gehele situatie dat de politieambtenaar die zijn wapenstok gebruikte bij de aanhouding dat conform de Ambtsinstructie voor de politie heeft gedaan.
De advocaat-generaal verwijt de verdachte willens en wetens het risico te hebben genomen dat de agent in het dienstvoertuig door zijn handelen zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Daarnaast heeft de verdachte in de ogen van de advocaat-generaal de kans aanvaard dat hij de scooterrijder, die op dat moment in het voetgangersgebied niet alert hoefde te zijn op rijdende auto’s, zou doodrijden. Anders dan de rechtbank meent de advocaat-generaal dat de verdachte geen medepleger is van, maar slechts medeplichtig is aan, de koperdiefstal. Al met al komt de advocaat-generaal daarom tot het vorderen van een strafeis gelijk aan het vonnis door de rechtbank.
Veroordeling in eerste aanleg
De rechtbank veroordeelde de verachte tot een gevangenisstraf van zesendertig maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier jaar, voor het aanrijden van de verbalisant en de bestuurder van de scooter. De verdachte werd vrijgesproken van de diefstal in Duiven.
Het hof doet naar verwachting uitspraak op 5 juli.