In hoger beroep werkstraf geëist wegens verduistering van erfenis
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep een werkstraf van 60 uur geëist tegen een 54-jarige vrouw uit Den Bosch. In de visie van het OM heeft ze zich schuldig gemaakt aan verduistering van ruim € 72.000 die zij en haar broer hadden geërfd van hun overleden vader. De verduistering vond plaats in september 2012 in Den Bosch. Ook vindt de advocaat-generaal dat ze de helft van dat bedrag aan schadevergoeding aan haar broer moet betalen.
De vrouw stelt de erfenis na het overlijden van haar vader cash te hebben opgenomen en in de kist met haar overleden vader te hebben gestopt omdat ze vond, zo blijkt uit haar verklaring, dat het zijn geld was. Vervolgens is het geldbedrag door de crematie vernietigd. Haar broer en mede-erfgenaam wist daar niet van en was het daar (ook achteraf) niet mee eens. Hij heeft vervolgens aangifte gedaan.
De advocaat-generaal is van mening dat de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering nu zij “het geld in de hoedanigheid van erfgenaam onder zich had en waarop ook anderen dan verdachte aanspraak konden maken. Dat geld heeft zij in strijd met het recht toegeëigend en daarover beschikt.”
De rechtbank veroordeelde de vrouw tot een werkstraf van 60 uur en toewijzing van schadevergoeding aan haar broer voor het bedrag van de helft van de erfenis.
De advocaat-generaal is het met dit vonnis eens en eiste dezelfde straf en schadevergoeding als die door de rechtbank zijn opgelegd. “Verdachte heeft zich aan verduistering schuldig gemaakt en heeft dit kunnen doen door misbruik te maken van een vertrouwenspositie waarin haar vader haar had geplaatst. Door haar handelen zijn de belangen van haar broer geschaad.”
Uitspraak op 26 juni as.