Veroordeling wegens poging diefstal en bespugen buschauffeur

De officier van justitie heeft vanmorgen een taakstraf en een voorwaardelijke celstraf geëist tegen een 24-jarige man die ervan verdacht wordt in september vorig jaar te hebben gepoogd een buschauffeur te beroven en daarbij de buschauffeur in zijn gezicht te hebben gespuugd. De officier eiste een taakstraf van 60 uur en een voorwaardelijke celstraf van een week. Ook moet de verdachte wat de officier betreft een schadevergoeding aan het slachtoffer betalen. De politierechter vonniste conform de eis van de officier.

De officier van justitie haalde in zijn requisitoir de verklaring van de buschauffeur aan die hij op het politiebureau had afgelegd: “Op het moment dat ik door verdachte in mijn gezicht werd bespuugd voelde ik mij zo vies. Dit is zo beledigend. Ik was overrompeld door wat er gebeurde. Ik heb mijn gezicht pas hier op het politiebureau kunnen wassen. Als ik thuiskom ga ik mij als eerste douchen. Ik kan eigenlijk niet beschrijven hoe vies dit is.”

In zijn requisitoir legde de officier uit dat het spugen als mishandeling wordt gekwalificeerd. De Hoge Raad heeft beslist dat onder mishandeling mede is te verstaan elke ‘onlust opwekkende gewaarwording in of aan het lichaam’. Daarvan is in deze zaak naar het oordeel van de officier zonder meer sprake. Ook de rechter ging erin mee dat spugen in deze zaak als mishandeling dient te worden gekwalificeerd en niet als belediging.

De officier: “Verdachte heeft een gebrek aan respect getoond voor iemand die werkzaam is voor ons allemaal. Daarbij is het spugen in iemand anders gezicht extra vernederend, nog afgezien van de gevoelens van walging en bevuiling die dat bij de buschauffeur heeft opgewekt. (-) Medewerkers van het GVB ervaren steeds vaker vormen van geweld. Dat is onacceptabel.”