Celstraf geëist voor identiteitsfraude en oplichting
De 22-jarige verdachte uit Utrecht die zich vandaag voor de rechter moest verantwoorden voor identiteitsfraude en oplichting, heeft vermoedelijk 200 slachtoffers gemaakt. De officier eiste een gevangenisstraf van 24 maanden tegen hem, waarvan zes maanden voorwaardelijk en als bijzondere voorwaarde: controle op zijn internetgedrag.
De officier vond bewezen dat de man misbruik had gemaakt van andermans identiteit. Bij een aankoop via internet vroeg hij de verkoopster een bewijs van haar identiteit te sturen. In goed vertrouwen stuurde de vrouw een kopie van haar rijbewijs. Met die kopie kocht hij tickets voor evenementen of concerten die hij niet betaalde en weer doorverkocht, bijvoorbeeld via ticketswap. Of hij bood goederen te koop aan met de identiteit van anderen die hij na betaling niet leverde. Ook lukte het hem met andermans identiteit persoonsgegevens van nog andere mensen te krijgen, die hij dan ook weer gebruikte. De inschatting is dat de man ruim 200 slachtoffers heeft gemaakt en daarmee ruim 23.500 euro heeft verkregen. Op de zitting werden 17 van de 200 zaken behandeld.
De gevolgen voor de slachtoffers waren heftig. Ze kregen geen geld voor de tickets die ze hadden gestuurd of kregen de goederen niet die ze hadden betaald. De mensen van wie de identiteit was gebruikt, ondergingen een ware heksenjacht en moesten hun uiterste best doen om hun naam te zuiveren. Een van deze slachtoffers heeft zelfs bij Tros Opgelicht uitleg gegeven, hoewel ze het verschrikkelijk vond om op televisie te komen. De officier vroeg de schadevergoedingsmaatregel voor 16 van de 17 slachtoffers (in één zaak bleef het bij een poging). Daarnaast kondigde hij aan de criminele winst te willen afpakken. Dat komt op een latere zitting aan de orde.
Met het geld dat de verdachte met de oplichting verkreeg, kocht hij onder andere een auto. Dat is ten laste gelegd als witwassen. Ten slotte werd bij een doorzoeking in het huis waar hij woonde een boksbeugel en illegaal vuurwerk gevonden. De officier van justitie vond alle feiten bewezen en nam het de verdachte kwalijk dat hij puur uit eigen geldelijk gewin heeft gehandeld en zich niet heeft bekommerd om de gevolgen voor de slachtoffers. Op de zitting deed de verdachte vooral een beroep op zijn zwijgrecht. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan zes voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarde vroeg hij om Reclasseringstoezicht en daarbij controle op het internetgebruik van de verdachte zodat hij geen gebruik meer maakt van (ver)koopsites.