In hoger beroep 25 jaar cel geëist wegens moord op twee jonge mannen in Venray

De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft in hoger beroep 25 jaar cel geëist tegen een inmiddels 42-jarige man. In de visie van het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan het samen met medeverdachte Lau G. plegen van de moord op de 19-jarige Karim Fourkour en de 23-jarige Fouad Bendella op 11 mei 2006. Acht jaar later, in mei 2014, werden de stoffelijke overschotten van beide mannen op aanwijzing van verdachte gevonden.

Op de bewuste dag in 2006 werden de beide slachtoffers tijdens een zogenoemde hennep-rip in een hennepkwekerij in Venray door verdachte en zijn medeverdachte geliquideerd. “IJzingwekkend geliquideerd”, zo stelde de advocaat-generaal, “een volstrekt disproportionele reactie op en poging hennep te rippen en een voorbeeld van de vele – vaak ernstige – gewelddadigheden binnen het milieu van de georganiseerde hennepteelt.”

De advocaat-generaal is van oordeel dat het dossier voldoende bewijs bevat dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van de moord, ook al heeft hij zelf niet geschoten. Hij heeft in uitvoerende zin een manifeste rol gehad bij alle handelingen die voor, tijdens en na het doden van de slachtoffers hebben plaatsgevonden. “Bij het doden van de beide mannen was sprake van nauwe en bewuste samenwerking tussen beide verdachten. Verdachte was een onmisbare schakel. Hij heeft de medeverdachte gebeld om te zeggen dat er onraad was in de hennepkwekerij. Hij is er gaan kijken en heeft, voordat hij heeft ingegrepen, gewacht op de medeverdachte. Beiden hadden een vuurwapen bij zich toen ze naar binnen gingen. De verdachte ging als eerste naar binnen op de voet gevolgd door de medeverdachte, waarna de dodelijke schoten door de medeverdachte zijn afgevuurd. Verdachte heeft zich voorafgaand aan het vuurwapengebruik niet gedistantieerd. Ook na het schieten heeft hij een wezenlijke bijdrage geleverd door zich met de medeverdachte te ontdoen van de stoffelijke overschotten van de beide mannen.”

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot dertig jaar cel wegens medeplegen moord na een eis van de officier van justitie van veertien jaar. De verdachte stelde hoger beroep in. De medeverdachte Lau G. kreeg levenslang. Hij pleegde daags na het vonnis zelfmoord in zijn cel.

Grondige bestudering van de stukken, waaronder het vonnis van de rechtbank, een nieuwe beoordeling van het onderzoeksdossier door de advocaat-generaal, de aanvullende rapporten over de persoon van de verdachte en een toets aan de jurisprudentie in min of meer vergelijkbare strafzaken, leiden nu tot de conclusie van het OM dat de eis van de officier van justitie geen recht doet aan de ernst en impact van de feiten. Een aanmerkelijk hogere straf is op zijn plaats. Het OM vindt echter ook dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met de concrete rolverdeling van beide verdachten. “Uitgaande van de rolverdeling zoals die door verdachte wordt aangegeven, maar ook door het OM op de zitting is geschetst, kan niet worden miskend dat de medeverdachte “in lead” was en dat verdachte weliswaar volledig betrokken was in diens plot, maar dat hij vermoedelijk niet de aanpak bepaalde. Ook haalde hij niet de trekker over. Dat alles maakt dat hier een celstraf van 25 jaar passend is.”

Gezien de omvang van het onderzoeksdossier en de complexheid van de zaak, zal het gerechtshof (naar verwachting) uitspraak doen op 27 februari 2017 om 13:00 uur.