In hoger beroep tot 7 jaar cel geëist wegens schietpartij Enschede

De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft in hoger beroep celstraffen van zeven en drie jaar geëist tegen twee mannen van respectievelijk 21 en 26 jaar. In de visie van het OM waren zij betrokken bij een schietpartij op 8 september 2015 op de Beekstraat in Enschede waarbij een man met een jachtgeweer met afgezaagde loop in de knie werd geschoten. Hij raakte levensgevaarlijk gewond nu zijn hele lichaam werd geraakt door meer dan honderd loodkogeltjes; met een voortdurend risico op loodvergiftiging tot gevolg omdat operatief verwijderen van alle kogels een te groot risico zou zijn.

Het OM ziet de aanleiding voor de schietpartij in een ruzie tussen twee groepen over geld na een drugsdeal. Eén van de verdachten zou een geleverde partij niet betaald hebben. Beide verdachten ontkennen elke betrokkenheid. Desondanks is er voldoende bewijs, zo stelt de advocaat-generaal. Het bewijs bestaat voornamelijk uit getuigenverklaringen, historische telefoongegevens en tapgesprekken.

De man die de hoogste straf tegen zich hoorde eisen wordt door het OM gezien als de schutter. Hij zou met het jachtgeweer op minder dan anderhalve meter vanuit een gitaartas op het slachtoffer hebben geschoten. De advocaat-generaal vindt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van poging doodslag.

De andere man zou het slachtoffer hebben vastgehouden en hebben geroepen het slachtoffer door de knie te schieten. Bij hem is sprake van medeplegen van zware mishandeling, zo vindt het OM.

Het OM vindt ook dat de verdachten de schade die het slachtoffer heeft geleden moeten vergoeden en dat een immateriële schadevergoeding van 20.000 euro op zijn plaats is; dit naast een bedrag aan materiële schadevergoeding.

De rechtbank veroordeelde de mannen tot dezelfde straffen als die vandaag in hoger beroep zijn geëist. De twee verdachten gingen in hoger beroep.

Uitspraak op 13 februari 2017.