Transacties overeengekomen na instorten dak Grolsch Veste
Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland is een transactie overeengekomen met twee bouwbedrijven in verband met het instorten van het dak van De Grolsch Veste in Enschede. De transactie is overeengekomen voor het overtreden van de Arbowetgeving.
Tijdens werkzaamheden aan de dakconstructie van De Grolsch Veste op 7 juli 2011 stortte een deel van het dak, waaraan gewerkt werd, in. Twee mensen zijn als gevolg hiervan overleden en er waren vele gewonden, waaronder 9 zwaargewonden. Op het moment van instorten waren er veel mensen aan het werk onder de dakconstructie. Deels waren dat werknemers van de bouwbedrijven die de uitbreiding van de overdekte tribune uitvoerden en deels waren dat vrijwilligers die tribunestoelen schoonmaakten en plaatsten.
De bedrijven waarmee een transactie overeengekomen is, zijn De Bouwcombinatie De Grolsch Veste VOF (Dura Vermeer Bouw Hengelo BV, Trebbe Oost & Noord BV., Te Pas Bouw BV.) en Voortman Staalbouw BV. Beide rechtspersonen betalen elk een geldboete van 50.000 euro en beiden stellen zij 75.000 euro aan het Openbaar Ministerie ter beschikking ten behoeve van het Fonds Slachtofferhulp.
Onderzoek
De Inspectie SZW, de politie en het Openbaar Ministerie Oost-Nederland, en de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV), hebben onderzoek gedaan naar de toedracht van de instorting. In opdracht van het OM, na overleg met de OVV, heeft TNO technisch onderzoek gedaan naar de toedracht, en heeft het NFI een deelonderzoek uitgevoerd.
Dit zeer uitgebreide onderzoek heeft geen volledige duidelijkheid opgeleverd over de toedracht van het ongeval. Wel is duidelijk geworden dat er sprake was van een instabiele constructie waarbij stabiliteitsverbindingen ontbraken. De werkzaamheden die werden verricht waren door de instabiele constructie risicovol voor de personen ter plaatse.
De bouwbedrijven wordt verweten dat zij wetenschap hadden moeten hebben van de instabiele constructie, in combinatie met:
- het uitvoeren van werkzaamheden zonder goede communicatie,
- het uitvoeren van werkzaamheden zonder een nieuw montageplan,
- het afwijken van de geplande bouwvolgorde,
- het niet doorrekenen en borgen van wijzigingen in de wijze van bouwen en verandering van de belasting van de staalconstructie,
- het uitvoeren van werkzaamheden zonder dat adequaat toezicht plaatsvond.
Afdoening
Met de genoemde bedrijven is een transactie overeengekomen. Beide rechtspersonen betalen elk een geldboete van 50.000 euro en beiden stellen zij 75.000 euro aan het Openbaar Ministerie ter beschikking ten behoeve van het Fonds Slachtofferhulp.
De bedrijven die de bouw uitvoerden zijn verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de werkzaamheden. Van enkele bedrijven/rechtspersonen die aanvankelijk als verdachte zijn aangemerkt, kon in de loop van het onderzoek niet vastgesteld worden dat zij daadwerkelijk strafrechtelijk verwijtbaar hadden gehandeld. De zaken tegen deze bedrijven zijn geseponeerd.
In dit onderzoek zijn eerder ook natuurlijke personen aangewezen als verdachten, allen leidinggevenden of uitvoerende toezichthouders binnen de betrokken bouwbedrijven. Er zijn echter op voorhand geen harde aanwijzingen voor zeer onzorgvuldig handelen van hen in persoon, waarbij er een rechtstreeks verband is tussen hun betrokkenheid en het ongeval.
Daarom is er besloten de natuurlijke personen niet op voorhand te dagvaarden en alleen de rechtspersonen een transactie aan te bieden.
Waarom transactie?
Het Openbaar Ministerie heeft gekozen voor het afdoen van deze zaak via een transactie. Daarbij is van belang dat de betrokken bedrijven inmiddels maatregelen hebben getroffen ter verbetering van de veiligheid. Ook geldt bij een strafzaak tegen een rechtspersoon dat er geen andere strafoplegging kan volgen dan een geldboete. Voor de slachtoffers in deze zaak bleek vooral van belang dat de verantwoordelijken een vorm van straf krijgen. Zij gaven er de voorkeur aan om dit hoofdstuk in hun leven te kunnen afsluiten, en beleven liever alles niet nog een keer door een procedure bij de rechtbank. Schadevergoeding is reeds geregeld via andere trajecten dan het strafrecht. Zo zijn door de betrokken bedrijven rechtstreeks richting de slachtoffers compenserende maatregelen getroffen.
De overeengekomen te betalen bedragen zijn getoetst aan de wet, beleid op het gebied van arbeidsomstandigheden, jurisprudentie en andere zaken met ernstige ongevallen tijdens bouwwerkzaamheden waar is getransigeerd.