Eis: Tot 4 jaar gevangenisstraf voor handel in chemicaliën

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank Oost-Brabant gevangenisstraffen tot 4 jaren geëist tegen zes mannen. Zij worden verdacht van het plegen van voorbereidingshandelingen voor dan wel de handel in chemicaliën voor de productie van synthetische drugs, tussen november 2014 en maart 2015.

Zes

Het gaat om zes verdachten, mannen in de leeftijd tussen 38 en 60. Zij zijn afkomstig uit diverse plaatsen in de Nederlandse provincie Brabant en uit een gemeente in de Belgische Kempen. De verdachten zijn tussen maart en mei 2015 aangehouden. Zij hoorden vandaag 4 jaar, tweemaal 3,5 jaar, 30 maanden en 15 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tegen zich eisen. Tegen één van het zestal eiste de officier van justitie een werkstraf van 240 uur met 12 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.

Onderzoek

De federale politie in België is in juni 2014 een onderzoek gestart naar de handel in chemicaliën bestemd voor de productie van synthetische drugs. Aanleiding daarvoor was een melding van een verdachte transactie. Het onderzoek liep tegen een Belgisch chemiebedrijf, een vennootschap op naam van de 49 jarige Nederlandse verdachte uit de gemeente in de Belgische Kempen.

De Belgische autoriteiten hebben in het kader van dat onderzoek Rechtshulpverzoeken aan Nederland gedaan, die door de FIOD zijn uitgevoerd. In overleg tussen de FIOD en het OM is besloten dat het Landelijk Parket november 2014 een zelfstandig onderzoek instelde. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een aantal zaakdossiers. De verdachten zijn niet allen bij elk zaakdossier betrokken.

Transporten vanuit België

Het OM verdenkt de verdachten van betrokkenheid bij diverse transporten van partijen chemicaliën voor de productie van synthetische drugs. Het gaat daarbij volgens de aanklager om grote hoeveelheden chemicaliën, onder meer aceton, zoutzuur, zwavelzuur vanuit België en monomethylamine uit Roemenië. Die partijen zijn, volgens het OM, door enkele verdachten (in wisselende onderlinge groepssamenstelling) ingekocht en doorverkocht aan personen en ondernemingen.

Schrikbarend

In diverse loodsen en labs in onder meer de gemeenten Geesteren, Meerlo en Herpen en op meerdere plekken in België zijn op diverse data grote hoeveelheden chemicaliën aangetroffen.  De officier van justitie sprak vandaag op zitting zijn ontzetting hierover uit: “Met die grondstoffen zou een schrikbarende hoeveelheid synthetische drugs kunnen worden geproduceerd. Daar gaat ontzettend veel geld in om en dat alles uit winstbejag.”

Willens en wetens

Volgens het OM gebeurde de handel door verdachten in de wetenschap dat die grondstoffen bedoeld waren voor de productie van synthetische drugs. De officier van justitie benadrukte dat vandaag op zitting: “De verdachten zijn allesbehalve naïeve mensen.” Dat blijkt uit door de politie afgeluisterde gesprekken tussen de verdachten. Bovendien beschikten zij niet over een vergunning.

De officier: “In de opnamen hoorden we de verdachten spreken over ‘precursoren (grondstoffen voor synthetische drugs, red.), drugsmannen, tricky handel, risico lopen als hun naam op documenten staat en gouden handel’. Dit alles bewijst dat ze echt willens en wetens hebben gehandeld. Dat wordt ze zwaar aangerekend.”

Gevaarlijk

In de handel in chemicaliën gaat veel (crimineel) geld om. Bijvoorbeeld monomethylamine is zeer gewild en wordt gebruikt bij de productie van MDMA. Hiervoor worden flinke bedragen neergelegd. De prijzen in het legale circuit liggen zo rond de 500 euro per fles, maar in het criminele milieu betaalt men er al snel 4000 tot 4500 euro per fles voor.

Bestrijding

De handel in chemicaliën is zeer winstgevend. Geld is macht, waardoor er kans bestaat op vermenging tussen de boven- en onderwereld. De overheid vindt dat onwenselijk en zet integraal  flink in op de bestrijding van deze vormen van georganiseerde misdaad. Er wordt daarbij intensief samengewerkt met België, om krachten te bundelen en verplaatsingseffecten over de landsgrenzen heen zoveel mogelijk tegen te gaan.

Zitting

Morgen gaat de zitting verder met pleidooien van de raadslieden. Op 22 april 2016 staat de sluiting van het onderzoek gepland.