Mega-drugsproces van start in rechtbank op Schiphol

De rechtbank Noord-Holland op Schiphol begint maandag 21 maart met de inhoudelijke behandeling van het mega-drugsproces Higgins. 13 mannen, 3 vrouwen en 1 bedrijf worden vervolgd voor een reeks strafbare feiten op het gebied van internationale drugshandel.

Onderzoek

Het onderzoek Higgins van het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie en de Nationale Recherche (nu: Landelijke Eenheid) richt zich op internationale drugshandel. De meeste verdachten zijn aangehouden in januari 2014 op meerdere plekken in Noord-Holland. In de loop van het onderzoek is, in samenwerking met het Functioneel Parket, de FIOD, het arrondissementsparket Noord-Holland en de politie Noord-Holland, een reeks strafbare feiten opgehelderd.

Criminele organisatie

Het OM legt de verdachten deelname aan een criminele organisatie ten laste. De verdachten hebben als groep, met wisselende samenstelling, maar soms ook individueel zich volgens het OM schuldig gemaakt aan diverse strafbare feiten.

Cocaïne, wapens, XTC-pillen

Het OM verdenkt de verdachten er van dat ze geprobeerd hebben met een zeilschip cocaïne van Zuid-Amerika naar Europa te vervoeren. De opvarenden van dat schip zijn in januari 2012 tijdens een hevige storm door de kustwacht gered. Later is met datzelfde schip alsnog naar Curaçao gevaren.

Ook is er LSD uitgevoerd naar Zuid-Afrika en hasj, verstopt in een pooltafel met Ajax-logo, ingevoerd uit datzelfde land. Tevens zijn er XTC-pillen en hennep uitgevoerd naar het Verenigd Koninkrijk. Bovendien is er hennep gekweekt en zijn er sigaretten gesmokkeld en wapens en valse identiteitspapieren voorhanden geweest.

Witwassen

Volgens het OM hebben de mannen en vrouwen crimineel geld, afkomstig uit drugshandel en sigarettensmokkel, witgewassen door daar onder andere een vissersschip mee aan te schaffen. Ook is er in Amsterdam een BMW  en 221.000 euro aangetroffen en in beslag genomen.

Het OM heeft tegen verschillende verdachten vorderingen ingediend om het wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. In totaal wordt er van de verdachten ruim 6 miljoen euro gevorderd.

Eisen

De tijd tussen de aanhoudingen in 2014 en de start van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak  in maart 2016 is gebruikt om het dossier te complementeren en om getuigen te horen bij de rechter-commissaris. In verband met die duur, bevindt geen van de verdachten zich meer in voorlopige hechtenis. Een groot aantal verdachten heeft, na betaling van een borgsom, zijn of haar berechting in vrijheid kunnen afwachten.

Op 11 april spreekt het Openbaar Ministerie de eisen uit.