Vijf jaar gevangenisstraf voor oplichting ABN Amro bank voor 11 miljoen

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag voor de rechtbank in Zutphen gevangenisstraffen tot vijf jaar geëist tegen twee broers van 54 en 46 jaar oud uit Epe en Bonaire voor oplichting van een bank en belastingfraude. De 46-jarige man wordt ook nog faillissementsfraude verweten. Behalve gevangenisstraffen eiste de officier van justitie een beroepsverbod voor de twee broers, ‘om de maatschappij tegen hen te beschermen’.

De twee broers zouden de ABN Amro bank voor zeker 11 miljoen euro hebben opgelicht. Uit onderzoek door de FIOD blijkt dat de broers zogenaamd namens tientallen bedrijven rekeningen hebben geopend, waarvan ze vervolgens incasso opdrachten inden. De bedrijfsrekeningen hoorden niet echt bij de bedrijven, dus die bleken allen niet in staat om aan de incassoverplichtingen te voldoen. Dit terwijl de bank de incasso-bedragen wel al bij wijze van voorschot op de rekening van de hoofdverdachten stortte. Toen de bank de voorgeschoten incasso-betalingen wilde terugvorderen van de hoofdverdachten, waren de rekeningen al leeggehaald. De bank had het nakijken. Door het rondpompen van gelden hebben ze de bank in drie jaar tijd circa 11 miljoen euro afhandig weten te maken.

Daarnaast zou 46-jarige broer de administratie van zichzelf privé en van zijn horeca-onderneming niet op orde hebben gehad, waardoor de curator na de uitgesproken faillissementen zijn werk niet kon doen. Schuldeisers bleven na het faillissement met lege handen achter.

Vooropgezet plan

De officier van justitie laakte op zitting de berekenende houding van beide verdachten: “Uit het onderzoek door de FIOD blijkt dat de verdachten nimmer de insteek hebben gehad, via de door hun geopende rekeningen het normale betalingsverkeer te laten lopen. Alles wijst erop dat het hele systeem met incasso’s louter is opgezet om de bank geld afhandig te maken. Dit neem ik de verdachten zeer kwalijk. “ Alles was volgens het OM een opgezet plan: “Over het doel van de rekeningen en incasso’s is tegen de bank glashard gelogen. Drie jaar lang heeft de 46-jarige verdachte in totaal 76.000 opdrachten gegeven. Dagelijks zag hij hoeveel geld er rondgepompt werd. En hij heeft persoonlijk zorg gedragen voor het afromen van die 11 miljoen euro.” Volgens de officier van justitie ging het niet om een eenmalige actie, maar om jaren van ‘leugens en bedrog’: “Het handelen in de faillissementen sterkt mij bovendien in mijn zorg dat de verdachte geen enkele lering heeft getrokken uit het gebeurde.” Mede daarom acht de officier van justitie een gevangenisstraf van vijf jaar op de plaats voor de 46-jarige broer. Tegen de 54-jarige man eiste het OM een gevangenisstraf van drie jaar. Tegen beide verdachten eiste de officier van justitie een bestuursverbod voor de periode van vijf jaar. Op zitting werd gevraagd om de slachtoffers van de oplichting, belastingfraude en faillissementsfraude door verdachten te laten compenseren. Indien de rechtbank die vorderingen niet ontvankelijk acht, wil het OM het bedrag strafrechtelijk verhalen. Daarom is op zitting ook een ontnemingsvordering aangekondigd.