OM vordert gevangenneming verdachte Dino S. in Passage
Het Openbaar Ministerie heeft bij het gerechtshof Amsterdam een vordering gevangenneming gedaan ten aanzien van Dino S., een van de hoofdverdachten in het al geruime tijd in hoger beroep lopende liquidatieproces Passage. De advocaten-generaal willen dat S. opnieuw in voorlopige hechtenis wordt genomen voor de feiten waarvan hij in het kader van Passage wordt verdacht: het verstrekken van opdrachten voor twee liquidaties en leidinggeven dan wel deelnemen aan een criminele organisatie die het plegen van moorden als oogmerk heeft.
S. (54) zit momenteel een straf van 6 jaar en 5 maanden uit voor een andere zaak , het onderzoek Zuil. S. is daarin onherroepelijk veroordeeld voor een reeks drugsdelicten, witwassen en valsheid in geschrift. S. is jarenlang voortvluchtig geweest en werd op 27 augustus 2010 in Amsterdam aangehouden, in het kader van de zaak Zuil. Het proces Passage, waarin meerdere verdachten terechtstaan, liep toen al geruime tijd in eerste aanleg, bij de rechtbank. Op 21 september 2010 is Dino S. in zijn cel voor Passage aangehouden en in voorlopige hechtenis gegaan. De tenuitvoerlegging van de in Zuil opgelegde straf werd daardoor opgeschort.
De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van S. in Passage op 12 april 2012 opgeheven. Reden hiervoor was een ontwikkeling in de verklaringen van kroongetuige Peter la S., waardoor volgens de rechtbank verwarring was ontstaan over de rol van S. als opdrachtgever van liquidaties. Volgens de rechtbank was er onvoldoende substantieel ander bezwarend materiaal tegen S. Hij bleef vervolgens vastzitten in het kader van Zuil, waarin hem immers een straf was opgelegd. In juni 2016 komt S. in het kader van de zaak Zuil in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
In Passage sprak de rechtbank S. na een eis tot levenslang grotendeels vrij, onder meer doordat in zijn zaak de verklaringen van kroongetuige La S. zijn uitgesloten van het bewijs. Het OM is tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan.
In hoger beroep is er in de visie van het OM veel nieuw belastend materiaal tegen S. op tafel gekomen. Volgens het OM moet dit nieuwe materiaal in samenhang met de al bestaande bewijsmiddelen leiden tot ernstige bezwaren die herleving van de voorlopige rechtvaardigen . Het nieuwe voor S. belastende materiaal bestaat onder meer uit de verklaringen van de tweede kroongetuige in Passage, Fred R. Deze verklaringen zijn vorig jaar september door het OM in het geding gebracht; R. is daarna diverse malen ter zitting van het hof als getuige gehoord. Ook is er onderzoek gedaan ter verificatie dan wel falsificatie van de verklaringen van R. Daaruit is gebleken dat de verklaringen van R. op verschillende punten door het nader onderzoek werden bevestigd. Uit het onderzoek is niet gebleken dat R. in zijn zogeheten kluisverklaringen niet de waarheid zou hebben gesproken. Naar aanleiding van de verklaringen van R. is een groot aantal getuigen gehoord. Ook die verhoren hebben aanwijzingen tegen S. opgeleverd.
Volgens het OM bestaan er diverse gronden voor de voorlopige hechtenis van S. in Passage. S. wordt verdacht betrokkenheid bij twee moorden; dergelijke feiten behoren tot de zwaarste feiten uit het Wetboek van Strafrecht (zogeheten 12-jaarsfeiten); de rechtsorde is nog steeds ernstig geschokt. Daarnaast is er sprake van vluchtgevaar. De laatste fase van de detentie van S. in het kader van zijn veroordeling in de zaak Zuil komt in zicht. In die fase zou S. in aanmerking kunnen komen voor verlof; het OM schat de kans dat S. opnieuw zal onderduiken, om zich te onttrekken aan zijn berechting, als groot in. Ook bestaat er gevaar voor herhaling.
De raadsman van S. krijgt op een latere datum gelegenheid te reageren op de vordering. Daarna zal het hof een beslissing nemen.